Na zo’n vermoeiende – maar uiteraard succesvolle – Vuelta, volgt dat snel. Heeft hij ooit getwijfeld aan zijn deelname? “Nee. Tot dusver heb ik maar één WK gemist - in Imola, na mijn val in Lombardije. Ik vind: een WK laat je niet liggen. Ik rij graag voor mijn land. Hoe meer WK’s ik kan rijden, hoe beter. De tijdrit en de weg worden straks mijn vijfde en zesde deelname. Dat zijn mooie statistieken”, klonk het vrijdag op de persconferentie.
Zo is er zondag goede hoop dat hij voor de gouden medaille kan zorgen, misschien helpt een oud gezegde daar wel bij. “ Ze zeggen altijd dat je na je eerste volledige grote ronde een tand groter kan trappen. Ik hoop het. Het zal misschien nodig zijn om die mannen te kloppen”, staat in Het Nieuwsblad te lezen.
PARCOURS OP MAAT
Dat zal uiteraard niet komen zonder een sterke prestatie. En het parcours is best lastig, al wijzen alles toch in het voordeel van Evenepoel. “Best lastig. Er zitten een kleine 400 hoogtemeters in. Dat is niet weinig. Maar ze zitten wel bijna allemaal in de eerste tien kilometer van het rondje dat we tweemaal moeten doen. De laatste zes kilometer zijn redelijk vlak. Daar ga ik mijn aerodynamisch voordeel goed kunnen gebruiken. Net al op de stukken bergop trouwens. Ook daar kan je mits een goede positie makkelijk een kilometer per uur sneller rijden.”
