Ben O'Connor heeft de achttiende etappe van de Tour de France gewonnen. Tadej Pogacar gaf geen krimp en sloeg de aanval van Team Visma | Lease a Bike af.
Met drie bergen van buitencategorie, meer dan 5.000 hoogtemeters en het decor van een eerdere capitulatie, bood de achttiende rit naar de Col de la Loze alle ingrediënten voor een explosieve koninginnenrit. Visma | Lease a Bike trok met volle aanvalslust ten strijde, maar botste wederom op de grenzeloze koelbloedigheid van Pogacar. Terwijl de favorieten elkaar in de vallei beloerden, deed O’Connor juist wat niemand nog had verwacht: hij reed weg... en bleef weg.
De strijd barstte los na de tussensprint, waar Jonathan Milan opnieuw punten sprokkelde richting Parijs. Daarna openden de baroudeurs het vuur: Wellens, Van Aert, Rutsch, Groves en Lutsenko vonden elkaar in een chaotisch jachtseizoen, maar zagen hun inspanningen opschorten zodra het klimmen begon. In het peloton was het vooral Roglic die de lont in het kruitvat stak: zijn aanval op de Col du Glandon liet zien dat de Alpen nog niet voor iedereen een gelopen koers zijn.
LEES OOK: O'Connor doet bekentenis: "Het is wreed"
Jorgenson smeedt, Visma vuurtEven leek het strijdplan van Visma | Lease a Bike z’n vruchten af te werpen. Jorgenson nestelde zich vooraan, Campenaerts, Yates, Van Aert, Benoot en Kuss voerden achteraan het tempo op en ook Pogacar leek niet in luxe te zitten. Vingegaard trok met zijn kenmerkende precisie op de Madeleine het gaspedaal open. Alleen Pogacar bleef plakken. De rest – inclusief verrassende derde man Lipowitz – moest passen.
Maar waar Vingegaard hoopte op een nieuwe Loze-explosie, liet Pogacar zich niet opjagen. De Sloveen hield het hoofd koel, zag hoe Jorgenson stilviel, en bewaarde zijn kruit tot het einde. O’Connor, die in de afdaling al was weggeslopen uit het groepje favorieten, was op dat moment al lang vertrokken. De Australiër van Jayco AlUla rook zijn kans, vond het ideale tempo, en weigerde om te kijken.
Twee titanen, één winnaar
In de groep der favorieten wachtten ze te lang. De aanval van Vingegaard kwam pas bij het ingaan van de slotkilometer. Pogacar bleef zitten, counterde en reed zelfs nog enkele seconden weg. Als symbolisch tikje voor wie hoopte op een nieuwe coup. O’Connor, die intussen een ruim gat had uitgesleten, hoefde zich niets meer aan te trekken van het gekibbel achter zich. Hij maakte zijn solo af met een machtige grijns: zijn tweede Tourritzege, vier jaar na Tignes.
Het verschil tussen Pogacar en Vingegaard bedraagt inmiddels bijna vier minuten en dertig seconden. Met nog één Alpenrit te gaan lijkt het geel definitief buiten schot.