Mathieu van der Poel duikt binnenkort terug het veld in. Ook zijn wegprogramma begint stilaan vorm te krijgen.
Op 22 december is het zover. Dat rijdt de Mathieu van der Poel in Mol zijn eerste cross van deze winter en dat is ook meteen de eerste confronatie met eeuwige rivaal Wout van Aert. Daarna rijdt hij nog 12 crossen en het WK in Tabor.
Dat zijn crossprogramma vrij beperkt is, heeft alles te maken met de voorjaarsklassiekers. Hij wil er net als vorig jaar opnieuw schitteren, deze keer in de regenboogkleuren. De Strade Bianche staat helaas met zekerheid niet op zijn voorjaarsprogramma.
La Doyenne
"Ik rijd wel alles van Milaan-Sanremo tot en met Parijs-Roubaix", zegt de wereldkampioen aan Het Nieuwsblad. "De kans bestaat ook dat ik Luik-Bastenaken-Luik rijdt. Het is een optie, geen zekerkheid." Die laatste heuveklassieker reed Van der Poel nog maar één keer. In 2020 eindigde hij verrassend 6e, daags na een monsteraanval in de BinckBank Tour.
Winnen in La Doyenne is niet vanzelfsprekend. Van der Poel weegt immers 75 kilogram en zal in de heuvelachtige Ardennen moeten opboksen tegen lichtgewichten zoals Remco Evenepoel en Tadej Pogacar. Hij beseft goed dat het geen gemakkelijke opdracht is.
"Sowieso ga ik proberen om met mijn allerbeste vorm naar Luik te gaan, maar ik ben realistisch. Als mannen als Tadej Pogacar of Remco Evenepoel aanzetten op La Redoute is het voor mij bijna onmogelijk om mee te zijn. Daarvoor is het verschil in gewicht te groot."