Tom Pidcock maakte indruk door Strade Bianche op zijn lijf te schrijven. De afdalingsspecialist van INEOS Grenadiers staat zaterdag aan de start van Milaan-Sanremo, dé Italiaanse klassieker. De finale op de Poggio lijkt perfect van de Britse renner, maar hoe denkt hij daar zelf over?
De Poggio zorgt elk jaar voor heel wat spektakel. Vorig seizoen viel Pogacar er maar liefst vier keer aan, elke keer kreeg hij Wout van Aert in zijn wiel mee. De twee toppers reden mekaar er helemaal leeg en uiteindelijk was het Matel Mohoric die met de overwinning aan de haal ging. Pidcock (23) lijkt klaar voor zijn deelname aan 'La Primavera'. De Brit van INEOS Grenadiers kende een goeie voorbereiding met Tirreno-Adriatico, waar hij jammer genoeg wel nog ten val kwam na een aanrijding met Van Aert.
"De Tirreno zelf was niks speciaals. Als ik eerlijk ben, wist ik vooraf niets over de koers, behalve dat het van maandag tot zondag was. (lacht) De eerste dagen zat ik met mijn hoofd nog volledig bij de Strade Bianche. Weet je, die val met Wout vond ik niet eens zo erg. Op een rare manier voelde ik me daarna meer wakker, meer levend", vertelde hij aan Het Laatste Nieuws.
Zelf kijkt hij met een gezonde portie respect naar Milaan-Sanremo, en dan vooral naar de beklimming van de Poggi. “De laatste jaren zag je vaker een grotere groep samen boven komen - meer renners raken over de top. En is het een keer een klein groepje, dan komt de rest toch nog terug. Ik denk dat Pogacar de enige is die als het echt hard gaat, een gat kan slaan op de klim, maar daarna moet je opnieuw zo hard rijden om je voorsprong te houden. Pffff, echt moeilijk.”