Thibau Nys heeft zijn kalender voor de komende weken scherp gesteld. De Belgisch kampioen kiest bewust voor een mix van wedstrijden en een korte trainingsstage, met één doel: fris en optimaal voorbereid aan de drukke eindejaarsperiode beginnen. In Het Laatste Nieuws licht hij zijn keuzes én zijn twijfels toe.
LEES OOK: Nieuwe tegenslag voor groot talent: rentree opnieuw uitgesteld
Tabor als klassiekerNa enkele dagen rust wil Nys opnieuw met frisse benen aan de start verschijnen. Zijn eerste grote afspraak wordt de Wereldbeker in Tabor, een wedstrijd waarvoor hij al langer een zwak heeft. Maar wanneer hij naar de leiderstrui kijkt, fronst hij toch even. “Ik heb de leiderstrui van de Wereldbeker eens bekeken… Dat ziet er niet al te best uit,” geeft hij toe.
Toch blijft de Wereldbeker voor hem een speerpunt, zelfs al speelt het klassement op dit moment niet in zijn voordeel. Tabor beschouwt hij als een echte klassieker, een koers waar hij per se goed wil zijn. Een week later volgt Flamanville, waarna hij een bewuste break van twee weken inlast.

Stage als wapen, maar geen excuus
De periode zonder competitie vult Nys op met een stage die hem klaar moet stomen voor de zware reeks crossen rond de feestdagen. Maar hij is de eerste om te waarschuwen dat zo’n stage niet moet worden overschat.
“Die stage gaat me goed doen, maar je kan natuurlijk niet na elke twee weken met wedstrijden drie weken op stage gaan. Dat zou triestig zijn. Als iemand anders dat zou doen, zou ik hem eens goed uitlachen. Daar ga ik het echt niet op steken. Dat zou een goedkoop excuus zijn.”
Wel erkent hij dat trainen zonder wedstrijdverplichtingen een enorme meerwaarde biedt. “Het is veel makkelijker als je een lange periode gewoon kan trainen, zonder crossen te moeten rijden. Als die wedstrijden elkaar snel opvolgen, is het sowieso moeilijk om echt specifiek op te bouwen. Dat ritme is heel anders.”
Stan Strubbe