Voor Hilaire Van der Schueren voelt het als een harde klap. De man die Intermarché-Wanty bijna tien jaar lang met boerenverstand, passie en koppigheid groot maakte, ziet zijn vroegere ploeg nu afglijden richting chaos. De 77-jarige oud-ploegleider kijkt in Het Nieuwsblad met pijn toe hoe schulden, wanbeheer en een uitgeholde ploegstructuur zijn levenswerk aantasten.
“Drie miljoen euro schulden… ik kan er niet bij”
Van der Schueren was jarenlang het gezicht van een renstal die met beperkte middelen de strijd aanging met de elite. Hij haalde zelf sponsors binnen, werkte met kleine marges en bouwde een familie waarin mecaniciens, dokters en renners elkaar vonden. Dat de ploeg tegenwoordig moet fuseren met Lotto en diep in het rood staat, komt voor hem niet als een verrassing.
“Drie miljoen euro schulden. Euro, hè. Ik kan er met mijn verstand niet bij,” zegt hij hoofdschuddend bij Het Nieuwsblad. Volgens hem zag de crisis zich al vroeg aankondigen. Hij waarschuwde CEO Jean-François Bourlart meermaals: “Ze zijn uw geld aan het opdoen. Voel jij dat niet?” Maar de koers was al ingezet, en de gevolgen zijn volgens hem nu onmiskenbaar.
Wat hem vooral stoort, is de manier waarop middelen werden verkwist. Hij verwijst naar stages “met honderd man” midden in de winter. Voor Van der Schueren staat dat haaks op de manier waarop hij jarenlang werkte. “Professionaliseer gerust, maar enkel als je het kunt betalen.” Het financieel probleem is volgens hem niet los te koppelen van een veranderde cultuur binnen de ploeg.

Sfeer weg, steunpilaren verdwenen
Voor Van der Schueren gaat het verval veel verder dan cijfers. Hij ziet hoe de ziel van de ploeg verdween. Meer dan twintig personeelsleden zouden zijn vertrokken sinds zijn afscheid, onder wie dokters, mecaniciens en vertrouwelingen die de ruggengraat vormden. “De sfeer, de samenhang, alles is weg. Het is een drama, jong.”
Vandaag leidt Van der Schueren een ander leven, terug op de boerderij, waar zestien koeien zijn dagelijkse ritme bepalen. Mis hij de koers? “Neen, helemaal niet,” lacht hij. Alleen het avondlijke samenzijn in de hotelbar ontbreekt soms. Toch blijft de pijn voelbaar. “Ik heb de ploeg mee op de kaart gezet. En nu zie ik ze richting afgrond gaan. Dat doet iets met een mens.”
Stan Strubbe