De combinatie van verschillende disciplines lijkt voor Mathieu van der Poel kinderspel, maar volgens oud-wereldkampioen Richard Groenendaal is dat minder vanzelfsprekend dan het lijkt. In Wieler Revue legt de Nederlander uit waarom Van der Poel zo makkelijk wisselt tussen de weg en het veld, maar het mountainbiken hem wél meer moeite kost.
LEES OOK: Wielerlegende kan lof niet op over Van Der Poel: "Als hij in vorm is..."
“Het veldrijden kost hem weinig energie”Van der Poel heeft de afgelopen jaren bewezen dat hij probleemloos kan schakelen tussen de weg en de cross. Waar veel renners tijd nodig hebben om te wennen aan een ander ritme, lijkt de wereldkampioen het moeiteloos te combineren. Groenendaal, zelf een specialist die tijdens zijn carrière ook verschillende disciplines afwisselde, ziet daar een logische verklaring voor.
“Het veldrijden kost hem weinig energie,” zegt Groenendaal. “Hij doet dat in een korte periode en heeft die prikkel juist nodig. Zo blijft hij scherp, want dat is de discipline waarin hij ooit groot werd.”
Volgens de oud-wereldkampioen is het net die afwisseling die Van der Poel mentaal fris houdt. “Hij leeft op van de variatie. In tegenstelling tot veel anderen lijkt hij er sterker van te worden.”
“Weg en cross liggen technisch dicht bij elkaar”
De overgang van veld naar weg verloopt voor Van der Poel opvallend soepel. “Die twee werelden liggen technisch dicht bij elkaar,” legt Groenendaal uit. “Het helpt hem om meteen na de cross over te schakelen naar de weg, maar ook andersom.”
Daarbij speelt de timing van het wegseizoen in zijn voordeel. “Na de veldritwinter heeft hij nog genoeg tijd om toe te werken naar Milaan-Sanremo, zijn eerste grote doel in maart.”
Dat het mountainbiken minder vanzelf gaat, verbaast Groenendaal niet. “Mountainbiken is gewoon een heel andere sport,” zegt hij resoluut. “Daar gelden andere wetten: het is fysiek explosiever, technisch uitdagender en vraagt om een ander soort focus. Dat maakt de overstap veel lastiger.”