Mathieu van der Poel geniet momenteel van een welverdiende rustperiode. Ook hij heeft dus vanuit zijn zetel kunnen aanschouwen hoe Tadej Pogacar weer alles en iedereen over de knie wist te leggen. Ook de Nederlander is onder de indruk, al wil hij wel dominant blijven op zijn terrein.
LEES OOK: Géén EK: absolute ster geeft in allerijl forfait
De meester kloppenMaar de waardering van de prestaties van Pogacar is er absoluut: “Het is echt indrukwekkend, en het lijkt ook nog zo gemakkelijk te gaan. Ik heb het al een paar keer eerder gezegd, de nieuwe Merckx is misschien geen goeie vergelijking, want hij heet Pogacar, maar het moet voor ons toch een beetje aanvoelen zoals in de tijd dat Eddy Merckx koerste.”
Dit voorjaar wist Van der Poel de Sloveen wel nog twee keer te kloppen, in Milaan-Sanremo en Parijs-Roubaix. Gezien de dominantie van Pogacar zorgt dat voor extra voldoening: “Zeker wel. Het geeft ook motivatie om er volgend voorjaar weer te staan. Als je Tadej kan volgen en kan kloppen, ben je tegenwoordig dicht bij de winst. Volgend jaar zal dat ook zo zijn.”
Want erkenning of niet, Van der Poel wil zelf de voorjaarsklassiekers blijven domineren: “Ja. Dat probeer ik sowieso, ongeacht het tegen Pogacar is of iemand anders. De Ronde en Roubaix zullen elk seizoen opnieuw een doel blijven, ongeacht of ik ze al meermaals of een recordaantal keer zal hebben gewonnen.”
Belangrijke les van Van Aert
Het is duidelijk: Van der Poel brandt nog steeds van ambitie, ook al was het nu dringend tijd om rust te nemen. Van verzadiging is echter geen sprake, en daar heeft ene Wout van Aert ook een voet in. “Ik ben daar in veranderd. Vroeger won ik ‘s winters vaak de meeste crossen en werd Wout van Aert toch de wereldkampioen.
“Attractief koersen is leuk, maar uiteindelijk word je afgerekend op het winnen van koersen. Mede door ouder te worden heb ik de laatste jaren geleerd te focussen op wat mij het beste ligt, en dat heeft mij ook al ver gebracht”, is Van der Poel zich – door Van Aert - meer op de hoofdzaak gaan richten.