Mathieu van der Poel kon zondag in Crans-Montana geen rol van betekenis spelen op het WK mountainbike. De wereldkampioen op de weg eindigde als 29e in de cross-country en moest al snel passen voor de medailles. Bondscoach Gerben de Knegt zag dat het dubbeltje beide kanten op kon vallen, maar bleef na afloop nuchter. Dat vertelde hij na afloop bij de Nederlandse pers.
LEES OOK: Is dit dé valkuil voor Van der Poel? ''Dat is niet ideaal''
“Scenario ontvouwde zich, maar benen ontbraken”Voor de start was veel te doen over de lage startpositie van Van der Poel. Vanaf plek 33 moest hij meteen in de achtervolging, al wist hij in de openingsronden verrassend snel door te schuiven. “Ik zag een goede start en dat is wel knap, want volgens mij is hij de enige die dat deze week zo voor elkaar kreeg,” vertelde De Knegt.
In de eerste twee rondes schoof Van der Poel zelfs richting de top vijf. “Dat was het scenario waar je op hoopt. Maar daarna was al snel duidelijk dat hij de benen niet had. Hij zei zelf ook: ik had het gewoon niet, en dan is dit gewoon zijn correcte plek”
Toekomstplannen en balans vinden
Volgens De Knegt speelde de recente longontsteking nog altijd een rol. “Mathieu vertelde al eerder dat hij veel had verloren en dat hij in de Renewi Tour niet zo goed was als men dacht. In Les Gets was hij beter, hier duidelijk minder.”
Hoe moet het nu verder richting de Olympische Spelen in Los Angeles 2028? “Mathieu zou graag meer mountainbike-wedstrijden doen, maar dat moet passen naast al zijn andere verplichtingen. Je pakt er niet zomaar even een MTB-koers bij. Ik zou liever zien dat hij elk jaar wat meer wedstrijden rijdt, want je hebt tijd nodig om dat gevoel te onderhouden. Hij wordt er ook niet jonger op.”
Nederland keert zonder WK-medailles huiswaarts, maar De Knegt maakt zich geen zorgen. “We hebben nog altijd talenten als Rens Teunissen van Manen en co. En vorig jaar werden we één en twee bij de dames, ook al kreeg dat minder aandacht. Er is genoeg perspectief.”