Jasper Philipsen heeft in zijn persoonlijke column voor Het Belang van Limburg teruggeblikt op een uitzonderlijke dag in de Vuelta a España. De elfde etappe werd overschaduwd door externe verstoringen én persoonlijke fysieke twijfels, waardoor de sprinter van Alpecin-Deceuninck hardop nadenkt over een mogelijk vertrek uit de ronde.
LEES OOK: Johan Bruyneel weet meer: “Hij blijft gewoon bij UAE”
Hectische dag door protestDe rit naar Bilbao verliep allesbehalve normaal. Philipsen, die al twee ritzeges boekte en zijn totaal in grote rondes op vijftien bracht, spreekt van een hectische dag. Langs het parcours doken pro-Palestijnse demonstranten op, die het peloton even tot in de remmen dwongen.
“Op weg naar Bilbao heb ik iets meegemaakt wat me nog niet overkomen is,” schrijft de Belg. “We hebben flink in de remmen moeten knijpen. De demonstranten gebruikten de zichtbaarheid van de Vuelta om hun boodschap kracht bij te zetten, maar dat bracht de veiligheid in gevaar.”
Volgens Philipsen was er vooraf al overleg tussen renners en organisatie over mogelijke scenario’s. De neutralisatie hing in de lucht en werd tijdens de koers via de radio bevestigd. “Omdat ik in een achteropliggend groepje zat, hoorden wij de boodschap goed. Ik kan begrijpen dat renners in de kopgroep het minder duidelijk meekregen.”
Twijfel na rustdag
Naast de externe omstandigheden speelt ook zijn eigen fysieke toestand mee in de onzekerheid. Philipsen geeft toe dat hij de rustdag niet goed verteerde. “Ik recupereer erg traag van de inspanningen. In dat geval moeten we de komende dagen een eventueel forfait overwegen,” aldus de 26-jarige sprinter. “Als het slechts enkele mindere momenten zijn, hoop ik dat de conditie zich herstelt.”
Ook de situatie binnen de ploeg baart zorgen. Twee teamgenoten – Ramses Debruyne en Luca Vergallito – moesten de Vuelta al verlaten met buikklachten. Philipsen spreekt van een “mogelijk virus” in de ploeg. “Natuurlijk niet leuk. Ik heb zelf nog geen symptomen, maar het kan altijd nog komen. Het blijft afwachten.”