De vijftiende etappe naar Carcassonne bood kansen voor aanvallers, en dus ook voor Wout van Aert. De Belg dook met ploegmaat Victor Campenaerts in de vlucht, had halverwege al twijfels over zijn benen, maar knokte zich toch terug in de finale. Uiteindelijk sprintte hij naar plek vier. “Ik wilde me smijten en dat heb ik gedaan.”
LEES OOK: Van Aert blij verrast: "We gaan trouwen, Wout"
Al vroeg door de benenOp papier was dit een rit voor Van Aert: punchy, lastig, technisch. De renner van Visma | Lease a Bike ging mee in een vroege en sterke kopgroep met onder meer Campenaerts en Van der Poel, maar betaalde daar een prijs voor.
“Het was een moeilijke situatie”, vertelde hij bij de ploegbus. “Enfin, moeilijk… het kostte veel krachten om mee te zijn. Halfweg voelde ik me al niet geweldig meer. Gelukkig was Victor erbij. Ik heb hem op de klim gezegd dat hij alles moest doen, want bij mij zat het er niet meer in.”
Campenaerts reed de finale, Van Aert moest achtervolgen. Toch keerde hij verrassend terug in de strijd om het podium.
Rare sprint, stramme benen
De sprint om plek drie draaide uit op een farce. Julian Alaphilippe begon te juichen alsof hij gewonnen had, maar hij was pas derde. Van Aert finishte vlak achter hem, als vierde.
“Ik heb hem gezegd dat hij derde was”, lachte Van Aert. “Hij had beter een extra kopbeurt gedaan. Hij was niet de slimste.”
Zelf had hij nog gehoopt op een cadeau voor zijn jarige zoontje. “Maar zo werkt het niet. Ik heb me gesmeten, dat was het doel, en daar ben ik tevreden mee. Mijn benen… pff, maat.”