Oliver Naesen rijdt zijn tiende Tour de France en dat maakt hem tot een ervaringsdeskundige met scherpe observaties – én een mond die hij niet op slot houdt. In gesprek met Het Nieuwsblad deelt hij zijn ongefilterde kijk op enkele toppers in het peloton. Over Mathieu van der Poel is hij alvast duidelijk:
Lees ook: Spanning stijgt: de eerste klap tussen Van Aert en Van der Poel
Tour niet zijn favoriete koers?Van der Poel won in 2021 op de Mûr-de-Bretagne, reed toen dagenlang in het geel, maar wacht sindsdien op nieuw Tour-succes. Toch twijfelt Naesen er geen seconde aan dat er meer volgt. “Zelfs al is de Tour niet zijn lievelingskoers, hij heeft die explosiviteit en het lef. En de Mûr-de-Bretagne ligt er opnieuw in. Ik zou Van der Poel daar zéker opschrijven.”
Tegelijk waarschuwt hij ook voor verrassingen. “Thibau Nys kan daar evengoed winnen. Het is alles of niks voor hem. Maar met zijn punch… ik durf niet te zeggen dat hij daar Pogacar níét kan kloppen.”
Van Aert en de sprintvraag
Over zijn landgenoot Wout van Aert heeft Naesen ook een uitgesproken mening. “Heeft hij zelf nog goesting om al die massasprints te rijden? In lastige ritten, zeker. Maar in vlakke sprints tegen jongens als Merlier of Milan? Ik zou er mijn tijd niet meer insteken.
Wout is hier niet om alleen maar bidons te halen voor Vingegaard, maar ook niet om zichzelf op te branden voor plekken zes tot tien.” Naesen gelooft dat Van Aert vooral in opportunistische scenario’s kan toeslaan – niet in klassieke sprintetappes.
Energie sparen, niet showen
Tot slot geeft Naesen ook zijn mening over Remco Evenepoel. Die moet zich volgens hem niet verliezen in heroïsche tussentijdse aanvallen. “Laat Remco maar energie sparen voor het hooggebergte. In rit zes twintig seconden pakken op Luik-achtig terrein, maar drie minuten verliezen op de Ventoux… dat is geen winst. Energiemanagement is het sleutelwoord.”
Zijn advies is duidelijk: “Zet alles op de tijdrit in week één. Die is écht op zijn maat.”