Remco Evenepoel rekent niet per se op een nieuwe uitbarsting van de klassementsmannen in de tweede rit van het Critérium du Dauphiné. De Belg van Soudal-Quick Step houdt rekening met een sprint, al sluiten de smalle wegen richting de finish ook een nieuwe verrassing niet uit. “Zet ik mijn geld erop? Nee, dat hou ik liever bij me,” lacht hij voor de start.
Een dag eerder kleurde Evenepoel samen met Pogacar, Van der Poel en Vingegaard de finale van de openingsrit. Dat het sprintpeloton daardoor buitenspel stond, was veelzeggend. Ook etappe twee kent een verraderlijk slot, al is het profiel volgens Evenepoel iets milder. “Het laatste klimmetje is een pak minder lastig dan gisteren. De sprintersploegen zullen erop gebrand zijn om mannen als Van der Poel uit positie te rijden.”
Smal, lastig en onvoorspelbaar
Toch blijft waakzaamheid geboden. “Er liggen opnieuw klimmetjes op smalle wegen in de finale. Dat maakt het lastig om een georganiseerde jacht op te zetten. Als er een groepje wegrijdt, weet je nooit of ze nog teruggepakt worden.” Evenepoel ziet het dan ook als een etappe waarin meerdere scenario’s mogelijk zijn, zonder zelf al te veel risico’s te willen nemen.
Voor zichzelf ziet hij geen directe noodzaak om mee te springen. “Het mag van mij ook eens een massasprint worden,” herhaalt hij. “Maar zeker weten doe je het nooit. Er zal wel wat gevochten worden voor de vlucht, want het is net iets zwaarder dan gisteren.”
Alweer scherp aan de start
Na zijn sterke optreden in de openingsetappe – waarin hij uiteindelijk als vierde eindigde – lijkt Evenepoel goed in zijn vel te zitten. Hij draagt ook de witte trui voor beste jongere. Dat hij scherp staat, lijdt geen twijfel, maar een onnodig zware dag ziet hij liever aan zich voorbijgaan. “We moeten gewoon wakker zijn. Meer kun je op voorhand eigenlijk niet zeggen.”
Met een onvoorspelbaar slot, smalle wegen en een parcours dat meerdere kanten op kan, is het afwachten wat de koers brengt. Zelfs Evenepoel durft er geen voorspelling op te plakken. “Ik zet er geen geld op,” zegt hij met een knipoog. “We zien wel hoe het loopt.”