De openingsrit van de Dauphiné was er eentje om meteen bij stil te staan. Niet alleen door de aanvalslust van Jonas Vingegaard, de punch van Tadej Pogacar of het inhoudelijke werk van Remco Evenepoel. Wat vooral bleef hangen, was het beeld na de meet: Tourfavorieten, oog in oog, met een glimlach die even oprecht als ongewoon was.
José De Cauwer noemde het zonder omwegen: “Een blik tussen Pogacar en Vingegaard die ik nog maar zelden heb gezien tussen twee renners van dat kaliber. Alsof ze zeiden: ‘Dat was goed, hé!’”
De strijd was sportief, open en hard. En dat is net wat deze Dauphiné meteen kleur geeft.
Slimste of stoutste?
Dat het Vingegaard was die als eerste aan de boom schudde, maakte indruk. Niet Pogacar, niet Evenepoel, maar de doorgaans terughoudende Deen opende het bal. “Dan moeten de anderen wel volgen,” stelde De Cauwer vast. “En dan zie je de echte toppers naar voren schuiven.”
Renaat Schotte noemde het een “boerenkermis” in de beste zin van het woord. Geen gegok op de meet, geen stilstand zoals in sommige vorige edities, maar vier klassementsmannen die effectief voor de rit gingen. En dat met het peloton op de hielen.
Evenepoel, de enige die nog zelf het gat dichtte, kreeg van De Cauwer een kleine opsteker. “Mocht hij niet zijn aangesloten, dan had dat een teleurstelling geweest. Nu toonde hij dat hij ook in dit soort scenario’s meekan.”
Koers met open vizier
Dat Mathieu van der Poel finaal de prijs betaalde voor het meeste kopwerk, kon volgens José niet verbazen. “Hij zat daar niet om bonificaties te pakken, hij wilde gewoon koersen. Dat is mooi, maar met de wind op kop moest hij vroeg sprinten. Pogacar wachtte, gokte, en won.”
En dan dat beeld na de streep. Geen elleboog, geen nijdige blik, maar open sportiviteit. Pogacar en Vingegaard, mannen die al meerdere keren een Tour tegen elkaar reden, oog in oog, bijna als twee debutanten die net iets moois hadden meegemaakt.
Het typeert wat deze Dauphiné zou kunnen worden: niet alleen een test in functie van juli, maar ook een platform voor open strijd. “De trend is gezet,” besloot José. “En hopelijk houden ze dat vast. Want als dit een voorproefje was, dan mogen we ons opmaken voor een Tour zoals we die lang niet gezien hebben.”