Yorrith Haan
Na maanden van worstelen heeft Arnaud de Lie zich weer eens van voren laten zien. De Belgische kampioen werd derde in de Brussels Cycling Classic, achter Tim Merlier en Alexis Renard. Na een moeizaam voorjaar en enkele uitvallers leek het even alsof het seizoen helemaal verloren dreigde te gaan, maar in Brussel was er eindelijk een sprankje hoop.
Het podium kwam niet uit de lucht vallen. De Lie reed de hele koers attent en kwam in de slotfase met een goed gevoel richting de sprint. “Ik ben blij dat ik er terug sta”, zei hij achteraf. “En niet alleen omwille van het resultaat. Ik heb voor het eerst in lange tijd weer kunnen koersen zoals ik wou.”
Mentaal en fysiek herstel
Na zijn teleurstellende prestaties in het voorjaar – en een geforceerde pauze door Lotto – leek het vertrouwen weg. Ook zijn rentree in Rund um Köln verliep stroef, met een opgave onderweg en een daaropvolgende forfait voor Boucles de la Mayenne. Maar de koers in Brussel toonde dat De Lie zich opnieuw kan meten met de besten.
“Ik heb me geamuseerd”, klonk het veelzeggend. “En dat was al lang geleden. Deze koers ligt me, en ik voelde me weer renner. Het was een plezante dag en ik heb echt nog eens kunnen meedoen in de finale. Dat gevoel was belangrijker dan de uitslag. Ik had in ieder geval weer lol op de fiets.”
Nog geen eindsprint op topniveau
In de sprint zelf liep het niet vlekkeloos. “Er gebeurde veel”, vertelde De Lie. “Op een bepaald moment voelde ik iets aan mijn voet, alsof er een zak of iets dergelijks tussen zat. Maar dat is geen excuus. Het verklaart niet waarom ik niet won. Merlier was gewoon sterker.”
Bij Lotto zullen ze vooral opgelucht zijn. Na maanden van onzekerheid is De Lie er weer, en belangrijker: hij rijdt met plezier. “Nu is het zaak om stap voor stap weer op niveau te komen. Deze derde plaats is alvast een opsteker.” Of hij al helemaal terug is, valt nog te bezien. Maar eindelijk staat hij er weer – en dat is al heel wat.
