Het voorjaar gaat onverminderd verder, maar de komende drie weken zullen we geen Wout van Aert in beeld krijgen. Die zit immers op hoogtestagevoor drie weken, waarna hij zal hervatten in de E3. Vervolgens volgt het belangrijke tweeluik Ronde van Vlaanderen en Parijs-Roubaix.
Ongeloof bij De Cauwer
Het is reikhalzend uitkijken of Van Aert daar dit jaar voor de zege zal kunnen meestrijden, of nog beter: eindelijk een van die Monumenten in de achterzak steken. Het openingsweekend viel nu niet bepaald veelbelovend te noemen, maar er is dus natuurlijk wel nog voldoende ruimte voor verbetering. José De Cauwer weet alvast dat de druk opnieuw hoog zal liggen.
“Van Aert kan voor dit voorjaar wel zeggen ‘ik moet just niks’, maar natuurlijk maakt hem dat wél iets uit. Dat is ook logisch en heel normaal”, klinkt het bij Wielerflits. “Het zou toch heel raar zijn als Wout zijn carrière moet afsluiten zonder de Ronde van Vlaanderen en Parijs-Roubaix. Dat kan ik mij bijna niet voorstellen.”
Daarmee herhaalt De Cauwer eigenlijk zijn eigen woorden die hij eerder uitsprak tegenover Knack. Ook daar klonk het al dat een Van Aert zonder winst in die koersen een complete verbazing zou zijn. “Stel je voor dat hij zijn carrière afsluit zonder De Ronde van Vlaanderen of Parijs-Roubaix te winnen. Dat zou je op voorhand toch nooit gedacht hebben?”
Druk weghouden
Van Aert is inmiddels al 30, en zijn de kansen ook niet meer eindeloos. Maar De Cauwer probeert de druk toch wat weg te houden. “Natuurlijk is het tijd. Maar als het nu niet is, dan is het volgend jaar. Hij moet blijven werken. Dat is niet zo simpel, zelfs niet voor Wout van Aert. Waarom zijn wij allemaal pas tevreden als hij wint? Begin er maar aan als Pogacar meedoet”, is hij realistisch.
In het eerdere interview bij Knack hamerde De Cauwer al op het feit dat Van Aert vooral mentaal helemaal klaar moet zijn. “De kunst is om in het hele verhaal van focus en training ook de nodige rust te bewaren en te ontspannen.”
“Je kunt zo begaan zijn met het verhaal dat het tegen jou begint te werken. Je wil niet weten hoeveel vermogen of capaciteit je dan verliest als gevolg van die stress”, aldus de commentator.