Lotte Kopecky ging zondag aan de haal met het brons in de olympische wegrit. De Belgische wereldkampioene gaf in Paris by Night wel aan dat de hoge verwachtingen soms verstikkend werken.
Voor het begin van de Olympische Spelen werd druk gespeculeerd over welke Belgische atleten een eremetaal zouden kunnen veroveren. Lotte Kopecky was één van de grootste favorieten en slaagde erin om brons te veroveren op de weg. Maar het feit dat haar derde plaats als evidentie bekeken werd, stoot haar toch wat tegen de borst.
Vanaf nul
"Dat is een beetje vervelend in het algemeen, naar alle sporters toe. Kijk nu naar een Matthias Casse die vijfde wordt. Hij heeft alles gedaan binnen zijn mogelijkheden om hier in topvorm te staan", aldus Kopecky.
"En dat geldt uiteindelijk voor alle atleten. Het is dus totaal geen evidentie om hier zomaar een medaille te pakken op basis van je eerder geleverde prestaties. Je begint helemaal vanaf nul."
Extra veel pijn
De hoge verwachtingen hakken er dus wel degelijk in bij de atleten. "Dan doet ernaast grijpen extra veel pijn en voelt het alsof je nog harder gefaald hebt. Ik had zelf ook zomaar vierde kunnen worden, en dan ..."
"Zilver of brons, dat maakte voor mij totaal geen verschil. Goud, dat is een ander verhaal. Maar daarna is een medaille een medaille", aldus Kopecky, die komende zondag nog een laatste keer in actie komt in het omnium.