Kevin De Jonghe
Ook het wielrennen is een steeds veranderende wereld waarin professionaliteit alsmaar hoger in het vaandel wordt gedragen. Echter kent dit ook zijn nadelen. De druk wordt immens hoog, en de focus mag enkel en alleen op de sport zijn gericht. Ergens toch een foute evolutie, denkt José De Cauwer.
LEES OOK: De Cauwer zet Belg met voeten op de grond: "Dat is erover"
Menselijkheid wordt vergetenHij liet zich immers uit over het feit dat wielrennen deze dagen zó veeleisend is geworden. Alles wordt tot in de kleine puntjes uitgespit, waardoor het menselijke aspect weleens verloren durft te gaan, stipt De Cauwer aan bij de podcast van De Grote Plaat. Hij neemt daarbij ook een voorbeeld tussen Van Aert en Van der Poel.
"Het is zo ver gekomen dat we kinderen belastbaar noemen voor een profrenner. Men zegt dat het beter is als je geen kinderen hebt. En ja, kinderen kunnen je ziek maken... Dan gaat het inderdaad ook over Van der Poel en Van Aert. Daar komt het ook een beetje op neer, want Mathieu zit constant onbezorgd in Spanje”, klinkt het.
Te veel en te snel
Een voorbeeld van De Cauwer, want de sport toont zich op allerlei vlakken intensief. De renners komen ook steeds jonger bij de profs, en rijden resultaten. Maar De Cauwer waarschuwt: “We moeten echt opletten met de jeugd. Bij de Belgen hebben we getalenteerde junioren en beloften gehad die met de sport stopten.”
“Diëtisten en coaches hebben te veel invloed. De focus ligt te zelden op koersen zelf. Organisaties moeten beseffen dat wielrennen ook iets is dat renners emotioneel beleven”, velt De Cauwer zijn duidelijke mening, en hij richt zich daarbij tot slot ook tot de UCI.
“Die hebben ook een verantwoordelijkheid rond rennersgezondheid en werkethiek. De Tour de France had 5.400 hoogtemeters, dat is gewoon te veel. Koersen zijn veel te zwaar geworden. De UCI zou voor Grote Rondes een kader moeten geven zodat een breder type renner aan de start kan komen.”
