Het programma van Tadej Pogacar voor 2026 wordt pas later deze maand officieel bekendgemaakt, maar één ding lijkt zeker: de Sloveen blijft de grenzen van het haalbare opzoeken. Net als dit jaar wil hij opnieuw alle vijf monumenten rijden, de Tour de France, én het WK. In een eerder interview met Marca liet Pogacar al weten “enorm gemotiveerd” te blijven voor Milaan-Sanremo en Parijs-Roubaix, de twee monumenten die nog ontbreken op zijn palmares.
LEES OOK: Concurrenten zijn gewaarschuwd! Pogacar onthult plannen voor 2026
‘Zeg nooit nooit met Pogacar’José De Cauwer ziet het met stijgende bewondering aan. De analist en gewezen bondscoach weet hoe uitzonderlijk Pogacars aanpak is. “Milaan-Sanremo en Roubaix, dat wordt wel heel moeilijk. Maar zeg nooit nooit met Tadej Pogacar”, zegt hij in Het Nieuwsblad.
Pogacars resultaten liegen niet: derde in Milaan-Sanremo in elk van de voorbije twee jaren en tweede in zijn debuuteditie van Parijs-Roubaix. Op papier lijkt hij telkens een stap dichterbij, maar de aanwezigheid van Van der Poel blijft een kolossale factor.
De Cauwer benadrukt dat het niet vanzelfsprekend is om die koersen te combineren met een Tourambitie. Pogacar moet in topvorm zijn voor de Tour de France, maar kiest er toch voor om in Roubaix de confrontatie aan te gaan met een van de meest extreme wedstrijden van het jaar. Dat risico nemen – in een tijd waarin bijna iedereen zich specialiseert – vindt De Cauwer bijzonder opmerkelijk.

Een renner die weigert te kiezen
Wat De Cauwer vooral waardeert, is Pogacars weigering om keuzes te maken die zijn mogelijkheden beperken. Het patroon van de moderne wielrennerij, waarin renners zich toespitsen op enkele specifieke doelen, lijkt aan hem voorbij te gaan.
Pogacar houdt vol: hij wil alles rijden, alles proberen, en alles winnen wat hem nog ontbreekt. Die vastberadenheid maakt hem volgens De Cauwer uniek in het huidige peloton.
Stan Strubbe