Tadej Pogacar heeft in een uitgebreid gesprek met Marca zijn ambities voor de komende jaren uit de doeken gedaan. Ondanks een seizoen dat “bijna perfect” was, blijft de tweevoudig Tourwinnaar hongerig. Pogacar gaf zijn jaar een 9 op 10, al benadrukte hij dat er nog altijd ruimte voor vooruitgang is. Vooral de gemiste kansen in Milaan-Sanremo en Parijs-Roubaix – beide verloren tegen Mathieu van der Poel – laten hem niet los.
LEES OOK: WN Recap: Van der Poel en Pogacar degraderen tegenstand
‘Carrière niet beëindigen zonder alles geprobeerd te hebben’In de Hel van het Noorden presenteerde Pogacar zich voor het eerst als kasseienspecialist. Alleen Van der Poel kon zijn tempo volgen toen de wereldkampioen versnelde, al besliste een late valpartij uiteindelijk tegen de Sloveen. Pogacar kijkt er desondanks met trots én motivatie op terug.
“Ik hou van uitdagingen en probeer mijn programma elk jaar een beetje aan te passen”, zegt hij in Marca. Hij benadrukt dat de Tour de France altijd het centrale punt van zijn seizoen blijft, maar dat hij tegelijkertijd wil blijven ontdekken én aanvallen. “De komende jaren wil ik mijn carrière niet beëindigen zonder alles geprobeerd te hebben”, klinkt het vastberaden.
Dat betekent ook dat hij zijn klassiekerprogramma niet wil loslaten. Pogacar beseft dat zijn ontwikkeling als eendagsrenner nog niet voltooid is. Hij wil opnieuw testen waar zijn limiet ligt en vooral nagaan of hij dichter bij winst kan komen dan in de voorbije twee seizoenen.

Motivatie voor Roubaix
Voor 2026 blijft de Tour het absolute zwaartepunt, al maakt Pogacar duidelijk dat hij eveneens wil schitteren in de monumenten. “Milaan-San Remo en Roubaix zijn twee wedstrijden waar ik enorm gemotiveerd ben om het opnieuw te proberen”, geeft hij toe. Het zijn koersen waar hij al dicht bij een stunt kwam, maar die hem tegelijk nog veel onbeantwoorde vragen opleveren.
Verder bevestigt Pogacar dat de Vuelta a España een aantrekkelijk project blijft. Het is de enige grote ronde die nog ontbreekt op zijn palmares. Toch weigert hij het als een obsessie te zien. “Ik wil naar de Vuelta en ik wil winnen, maar het is geen absolute must. Als ik vandaag zou stoppen, zou ik heel blij zijn”, vertelt hij aan Marca. Een uitspraak die aangeeft dat zijn motivatie niet komt uit druk of dwang, maar uit pure goesting en ambitie.
Stan Strubbe