Terwijl het veldritseizoen zich nu volledig op gang heeft getrokken, is voor Mathieu van der Poel de voorbereiding pas begonnen. Het is ongetwijfeld nog even wachten op de Nederlander, maar dat hij opnieuw een dominante factor zal zijn straks, daar is Bart Wellens al van overtuigd.
LEES OOK: Goed nieuws? Wellens gooit bommetje over Wout van Aert op tafel
Uiterste dominantieDaarover bestaat er bij de ex-wereldkampioen geen enkele twijfel: “Aan Mathieu moet ik niet veel woorden vuilmaken; als hij erbij is, zal hij outstanding zijn”, is Wellens duidelijk in de veldritgids van Het Nieuwsblad. “Maar de eeuwige vraag blijft: wanneer gaat hij er weer bij zijn, en hoeveel wedstrijden gaat hij rijden?”
Vorige winter was hij er vaker bij dan verwacht en was zijn voorjaar op de weg nadien goed. Maar het WK mountainbike was dan weer een tegenvaller. Gaat hij eens een winter overslaan om volgend jaar uit te blinken op de mountainbike?”, stelt Wellens zich tegelijkertijd de vraag.
Die vraag lijkt intussen wel overbodig te zijn geworden. Van der Poel heeft al aangegeven deze winter zeker te zullen crossen, al zal dit uiteraard nog niet voor meteen zijn. “Maar nogmaals: als hij van de partij is, dan zal hij de grote man zijn”, herhaalt Wellens.

Wat met Van Aert?
En wie Van der Poel zegt, denkt automatisch ook aan Wout van Aert. Over diens intrede is Wellens positief. Hij wordt dit jaar vroeger verwacht: “Uit wat ik hoor en lees, denk ik dat redelijk snel het veld zal induiken.”
“Ik hoop het ook. De paar procentjes die hij in de finales op de weg dikwijls tekortkomt, zijn volgens mij het gevolg van het feit dat hij de voorbije winters minder en minder in het veld actief is geweest”, is hij van oordeel.
Al wist de renner zelf afgelopen weekend toch weer twijfel te scheppen: “Het moet passen in mijn voorbereiding op het wegseizoen. Hoe graag ik het veldrijden ook doe, ik ben nog steeds superambitieus voor de klassiekers. Op dit moment moet de cross daar een beetje voor wijken”, liet Van Aert vorige week optekenen. Ook daar wordt het dus nog even afwachten.
Kevin De Jonghe