Voor Lotte Kopecky was het een seizoen van enkele hoogtes, maar deze keer helaas sportief ook van enkele laagtes. Zo werd de Tour de France bijvoorbeeld allesbehalve een succes. Maar in Wallonnië zijn ze de hoop toch nog niet verloren.
LEES OOK: Ferrand-Prévot ziet kansen en valkuil in Tour van 2026
Tourdroom blijft aanwezigAl valt natuurlijk eerst te zien hoe dit zit bij Kopecky zelf. Zal ze nog steeds de motivatie vinden om echt voor een algemeen klassement te gaan in de Tour. Dat vereist immers grote opofferingen qua opbouw, daarbij wetende dat dit zijn weerslag kan hebben op het klassieke vlak.
Bovendien wordt de concurrentie in de Tour alleen maar groter. Met topklimsters als Demi Vollering, Pauline Ferrand-Prevot – winnares afgelopen zomer – en Kasia Niewiadoma lijkt het een bijzonder zware taak om effectief aan Tourwinst te komen. Desondanks geloven ze bij RTBF dat het nog kan.
“Ik denk dat het doel blijft om een klassement in de Tour te rijden”, klinkt het bij analist Martin Weynants, die ook duidelijk maakt dat Kopecky intussen al hard bezig is op Lanzarote, in het gezelschap van Sanne Cant. “Ze hebben bij SD-Worx nog steeds geen tweede of derde koplvrouw aangetrokken, zoals wel al eens werd aangegeven. Dus ze geven Kopecky waarschijnlijk nog steeds de ruimte in de Tour.”

De grootste Belgische hoop
Een hoopvolle gedachte, eentje die ook wordt gedeeld door collega-analist Gerard Bulens. Hij wijst naar een slecht moment bij Kopecky afgelopen zomer, maar behoudt alle vertrouwen in de tweevoudige wereldkampioen: "Ik denk dat haar eerste poging niet op het juiste moment kwam ", stelt hij.
“Als we echt een Belgische vrouw de Tour willen zien winnen in de komende jaren, dan denk ik dat dat het via Kopecky zal moeten gebeuren. Ze heeft er ook alle kwaliteiten voor.”
Bovendien ziet Bulens dat het parcours alvast op maat is van Kopecky: “Ik denk dat het een route is die perfect bij haar past. Er is onder andere een tijdrit, waar ze een verschil zou kunnen maken. En ik denk dat ze zelfs in de bergen haar zegje kan doen.”
Kevin De Jonghe