Een opvallende transfer in het vrouwenwielrennen. De Duitse ex-bokser Sophie Alisch (23) heeft een contract getekend bij CANYON//SRAM zondacrypto Generation voor het seizoen 2026. De overstap van de ring naar het peloton is een zeldzaamheid in de topsport, maar past volgens het team perfect binnen hun vernieuwende visie.
Van Duitse bokskampioene tot wielrenster
Alisch begon haar sportcarrière aanvankelijk in het tennis, maar koos al op jonge leeftijd voor de bokshandschoenen. Op haar veertiende werd ze Duits U19-kampioene en geselecteerd voor het Olympisch team van Duitsland — als jongste ooit. In de jaren die volgden behaalde ze medailles op Europese kampioenschappen en bleef ze ongeslagen als profbokser tot haar afscheid eind 2024.
Dat ze nu de stap naar de fiets zet, kwam niet uit het niets. “Het begon als een stille passie, maar groeide uit tot iets dat ik niet kon negeren,” vertelt Alisch in een officiële mededeling van het team. “Ik wil mezelf opnieuw bewijzen, leren van mijn ploeggenoten en zien hoe ver ik kan gaan. Dit is geen afscheid van mijn vorige leven, maar een nieuwe berg om te beklimmen.”
“Een gedurfde maar logische keuze”
Ronny Lauke, General Manager van zowel het WorldTeam als het Generation-project van CANYON//SRAM zondacrypto, noemt de komst van Alisch een logische stap binnen hun innovatieve beleid. “We hebben altijd nieuwe wegen geopend naar het hoogste niveau van het vrouwenwielrennen,” zegt hij. Lauke verwijst naar eerdere projecten zoals de Zwift Academy en de oprichting van Generation in 2022, dat kansen biedt aan talenten uit ondervertegenwoordigde regio’s.
Volgens Lauke past Alisch perfect in dat plaatje. “Ze is ambitieus, gefocust en gedreven. Die mentaliteit zal haar ver brengen. Ze brengt iets unieks mee vanuit haar topsportachtergrond — discipline, focus en het vermogen om te lijden.”
Ook Alisch zelf ziet veel parallellen tussen de ring en het peloton. “In beide sporten draait het om strategie, kracht en mentale veerkracht. Ik weet hoe ik moet vechten door pijn heen, en dat neem ik mee op de fiets.”