Voor Mathieu van der Poel zit het seizoen 2026 erop. Voor de buitenwereld komt dat misschien eerder dan verwacht, zeker gezien het gerucht dat hij het WK gravel nog zou rijden. Voor de Nederlander zelf is het echter alweer een zwaar seizoen geweest, en daarom trekt hij er nu een streep onder.
LEES OOK: Trouwe dienaar laat Van der Poel in de steek: "Maar hij was blij"
Op de sukkelZoveel wist Van der Poel zelf te vertellen na het WK mountainbike van afgelopen zondag. Daar volgde een teleurstellende prestatie, al kwam die voor hem persoonlijk dan ook weer niet uit de lucht vallen. Zo stelde de renner van Alpecin-Deceuninck dat hij sedert zijn longontsteking en opgave in de Tour niet meer zo diep kon gaan op training.
“Het was duidelijk mijn dag niet. Het is al een tijdje dat ik mezelf gewoon niet top voel. Ik had gewoon geen goede dag, daar zijn geen excuses voor”, was dan ook zijn duidelijke conclusie. “De fiets gaat nu even aan de kant. Ik moet rusten”, klonk het rechtuit.
Droom blijft intact
Het was voor Van der Poel best stevig afzien zondag, maar desondanks zat opgeven nooit in zijn gedachten: “Afstappen? Dat zou niets veranderd hebben. Ik was hier toch en zoals ik al zei: ik heb geprobeerd ervan te genieten.”
En dat is ook wel deels gelukt: “Ik heb hier ook een heel leuke week gehad. Ik voelde me weer meer mountainbiker worden. Ik denk dat ik technisch ook goed aan het rondrijden was, maar als de benen er niet zijn, zit je snel op je plek op zo’n WK.”
Dat was dus deze keer (opnieuw) niet voor winst. Maar de grote droom om ook wereldkampioen te worden in het mountainbiken, die laat Van der Poel absoluut nog niet varen.
“Die regenboogtrui in deze discipline blijft uiteraard een droom en ik heb nog een paar jaar te gaan. We blijven het proberen. Volgend jaar in Val di Sole zou ik graag weer aan de start staan”, luidde het tot slot toch alweer razend ambitieus.