Voor het eerst sinds zijn vierde Tourzege verscheen Tadej Pogacar zaterdag weer in het openbaar. De Sloveen organiseerde in zijn geboortedorp Komenda een na-Tourcriterium, waar bevriende renners als Pavel Sivakov, Matteo Trentin, Luka Mezgec, Matej Mohorič en Matevž Govekar aan deelnamen. Tim Wellens moest ziek afhaken.
LEES OOK: Peiper niet te spreken over kunststukje van Van Der Poel
“Soms vermoeiend om altijd in de belangstelling te staan”Na een korte rustperiode in Monaco genoot Pogacar zichtbaar van het weerzien met familie en vrienden. Toch geeft hij toe dat de druk van zijn status soms zwaar weegt. “Ik zou soms willen dat ik wat minder beroemd was. Foto’s maken en handtekeningen uitdelen is soms leuk, soms vermoeiend, maar ik probeer iedereen tevreden te stellen.”
Over de Tour, die hij omschrijft als “een van de zwaarste ooit”, is hij duidelijk: “Iedereen heeft wel eens een slechte dag. Je kunt niet verwachten dat ik 21 dagen lang gloei van geluk. Maar nu ben ik uitgerust, gereset en klaar voor nieuwe gevechten.”
Pensioen in het vizier
Na zijn afmelding voor de Vuelta richt Pogacar zich nu op Canada – met de GP’s van Quebec en Montreal – en het WK. Maar het is vooral zijn blik op de toekomst die opvalt. “Feit is dat ik de jaren tot mijn pensioen al aan het aftellen ben,” aldus de 25-jarige. “Ik ben vroeg begonnen met winnen, er zullen ook mindere resultaten komen, en ik ben daar klaar voor.”
Toch wil hij nog enkele keren naar de Tour. “Ik zal waarschijnlijk nog een paar Tours rijden, maar je weet nooit zeker of dat ook echt gebeurt. De Tour is de grootste wedstrijd, en ik denk niet dat de ploeg me snel thuis zal laten.”