Zes jaar Tour de France, vier eindzeges, één onvermoeibare tegenstander. Tadej Pogacar heeft zich definitief naast de groten van het wielrennen genesteld, en misschien wel erboven. Wat begon als een stunt in 2020, groeide uit tot een tijdperk. Met Jonas Vingegaard als constante schaduw.
LEES OOK: Slaande ruzie met Renaat? De Cauwer legt de feiten op tafel
Een wonderkind wordt koningDe coronazomer van 2020 bracht onzekerheid, maar ook een sensatie: Tadej Pogačar. In de beslissende tijdrit naar La Planche des Belles Filles sloeg hij toe, nam het geel af van zijn landgenoot Primož Roglič en kroonde zich onverwacht tot Tourwinnaar. Met drie ritzeges en winst in drie klassementen leek hij weggelopen uit een andere tijd, de tijd van onze Eddy Merckx.
In 2021 toonde hij dat het geen toeval was. Pogačar heerste over de Alpen, beheerste de Pyreneeën en reed als een metronoom naar een tweede eindzege. Weer met ritwinst, weer met bolletjes en wit. Zijn dominantie leek onaantastbaar.
Vingegaard als katalysator van de strijd
Maar in 2022 veranderde de toon. Jonas Vingegaard, tot dan toe een loyale knecht, ontdekte zijn eigen macht. Op de Col du Granon knakte Pogačar voor het eerst zichtbaar. De Deen reed kalm en vernietigend naar geel. Een jaar later was de mokerslag nog harder: in 2023 eindigde Vingegaard met bijna zeven minuten voorsprong. Pogačar vocht voor ritwinst en eer, maar kon het verschil niet meer maken.
Dat tweeluik markeerde een keerpunt. Geen verslagen renner, maar een herboren jager keerde in 2024 terug.
Revanche in het kwadraat
Pogačars antwoord was genadeloos. Eerst de Giro, dan de Tour. Zes etappezeges in drie weken, een ongenaakbare demarrage op de Galibier, en een slotweek waarin zelfs Vingegaard geen antwoord meer had. De dubbel Giro-Tour — voor het eerst sinds Pantani — werd een feit.
In 2025 volgde bevestiging. De Tour was zwaarder, de tegenstand nog sterker, maar Pogačar bleef onwankelbaar. Op de Hautacam liet hij Vingegaard opnieuw zijn achterwiel zien, onderweg naar een vierde eindzege. Hij nam ook de bolletjestrui mee naar huis. De optelsom is indrukwekkend: vier eindzeges, een dubbel, en een carrière die nog lang niet afgeschreven is.
Rivaliteit met grandeur
Sinds 2020 stond geen enkele Tour los van hun tweestrijd. Pogačar en Vingegaard verdeelden zes edities onder elkaar. Hun duels waren van een zeldzame schoonheid: aanvallen op de Iseran, explosies op de Granon, tijdritten vol spanning. En altijd met wederzijds respect.
Ze deden denken aan Hinault versus Fignon, aan Armstrong tegen Ullrich, maar dan zonder vijandigheid. De rivaliteit is scherp, maar sportief. En vooral: van wereldklasse.
De erelijst van een legende in wording
Vier eindoverwinningen, meerdere klassementen, ontelbare ritten. Pogačar is op zijn 26e al een monument. Hij rijdt met het instinct van een aanvaller, het hoofd van een kampioen en het charisma van een publiekslieveling. Met Vingegaard als uitdager blijven de grenzen verschuiven. En de geschiedenis herschreven.
Hoeveel Tours wint hij nog? Niemand weet het. Maar dat we getuige zijn van een tijdperk, staat buiten kijf.