Maikel de Lange
Mathieu van der Poel is een specialist in het eendagswerk, dat werd de voorbije jaren meermaals duidelijk. Maar net als Wout van Aert wordt hij regelmatig geconfronteerd met de vraag of hij een grote ronde kan winnen indien hij zich daar vol op toelegt. De kans dat het ooit zover zal komen is echter klein.
De heerser van de twee voorbije Tours, Tadej Pogacar, toonde namelijk dat het als ronderenner ook mogelijk is om uit te blinken in het klassieke werk. Dan moet een transformatie andersom toch ook mogelijk zijn? Maar tegenover de Nederlandse krant het Algemeen Dagblad geeft Van der Poel een duidelijk antwoord op die vraag. "Nee!", antwoordde hij met een groot uitroepteken achter.
'GAAT NOOIT LUKKEN'
Indien VdP zich gaat focussen op het rondewerk, zal hij sowieso een pak kilo's (aan spieren) moeten kwijtspelen om het hooggebergte te overleven. En dat zou ten koste gaan aan zijn andere kwaliteiten zoals kracht en explosiviteit. "Nu denk ik daar helemaal niet aan. Ik wil de komende jaren nog veel winnen in de koersen die mij nu liggen. Ik denk dat een goed klassement in een grote ronde nooit zal lukken."
Indien VdP zich gaat focussen op het rondewerk, zal hij sowieso een pak kilo's (aan spieren) moeten kwijtspelen om het hooggebergte te overleven. En dat zou ten koste gaan aan zijn andere kwaliteiten zoals kracht en explosiviteit. "Nu denk ik daar helemaal niet aan. Ik wil de komende jaren nog veel winnen in de koersen die mij nu liggen. Ik denk dat een goed klassement in een grote ronde nooit zal lukken."
Hoe dan ook, Pogacar maakte bijzonder veel indruk tijdens zijn Ronde van Vlaanderen-debuut bij de profs. De Sloveense alleskunner werd uiteindelijk vierde: "Maar Tadej was de sterkste in de koers", aldus Van der Poel. "Op de Paterberg moest ik over de grens gaan om hem te volgen. Ik ben nog nooit zo diep gegaan om in iemand zijn wiel te komen. Hij had het verdiend om op het podium te staan."
