Drie weken koers in Italië – het is voor Jeroen Vanbelleghem en zijn vaste co-commentator Karsten Kroon ieder jaar weer een hoogtepunt. De twee commentatoren zijn dol op de Giro en kunnen nauwelijks wachten tot de eerste rit in Albanië van start gaat. "De Giro is een ronde waar je iedere dag naar uitkijkt", aldus Vanbelleghem.
Verliefd op Italië
De liefde voor de Ronde van Italië zit diep bij het duo. Karsten Kroon reed de Giro als profrenner twee keer en blikt met warme gevoelens terug op zijn debuut in 2000. "Ik werd een keer derde in een rit en reed dertien dagen in de bergtrui. Dat vergeet je nooit."
Vanbelleghem is zelfs op meerdere vlakken verknocht aan Italië. "Ik ging vroeger met mijn ouders altijd naar Italië en heb als student een halfjaar in Rome gewoond", vertelt hij. “Daar leerde ik de taal en werd ik echt verliefd op het land. Het eten, de manier van leven, de kust, de heuvels… Italië heeft alles.”
Het mag geen verrassing heten dat Vanbelleghem dan ook liever de Giro dan de Tour becommentarieert. “Die ligt veel dichter bij mijn hart.”
Verwachtingen: spannender dan 2024
Over de sportieve verwachtingen zijn Vanbelleghem en Kroon eensgezind: het wordt spannender dan vorig jaar. “Toen was Pogacar veel te sterk”, stelt Kroon. “Leuk om te zien, maar er was geen spanningsboog.”
Dit jaar rekenen de twee op een meer open koers. “Zoals in de jaren met Roglic, Thomas, Kruijswijk of Kelderman. Dat zijn Giro’s die tot de verbeelding spreken.”
Van Aert als publiekstrekker
Voor Vanbelleghem is er één man naar wie hij in het bijzonder uitkijkt: Wout van Aert. “Hij is de enige echte superster in koers en krijgt alle ruimte om zijn eigen kans te gaan. De helft van het parcours is op zijn maat gesneden. Met renners als Pedersen en Pidcock gaan we spektakel zien.”
Ook Kroon is enthousiast. “De Van Aert van drie jaar geleden had misschien wel de Giro kunnen winnen op dit parcours. Al zit hij nu in een andere fase van zijn carrière. Maar ik zie hem wel lang in het roze rijden.”
Strijd om het roze: Roglic versus Ayuso
Voor de eindzege kijken Kroon en Vanbelleghem naar Primoz Roglic en Juan Ayuso. “Ik geef de voorkeur aan Roglic”, zegt Vanbelleghem. “Die weet precies hoe hij een grote ronde moet rijden. Ayuso heeft het talent, maar Roglic is sluw, ervaren en minder dominant dan een Vingegaard of Pogacar. Daardoor blijft het spannend.”
Kroon zet zijn geld juist op Ayuso. Maar beiden verwachten dat het gevecht om het roze niet beperkt blijft tot twee namen. “Er zijn zoveel kapers op de kust: Bernal, Carapaz, de Yates-broers, Landa...”
Arensman in de schijnwerpers
Het is volgens Vanbelleghem een Giro om naar uit te kijken. “Iedere dag gebeurt er wel iets waar we naar kunnen kijken.”
Daarbij kijkt Kroon ook naar Thymen Arensman, die dit seizoen al indruk maakte met een podiumplek in Parijs-Nice en een ritzege in de Tour of the Alps. “Als hij geen tijd verliest in week één, is hij een podiumkandidaat”, stelt Kroon. “Hij is goed in tijdrijden, sterk in lange ritten, en lijkt beter voorbereid dan ooit.”
Vanbelleghem vult aan: “Zonder Pogacar, Vingegaard of Evenepoel is dit hét moment voor Arensman. Maar let op: het niveau van de concurrentie ligt dicht bij elkaar.”
Hoop
Tot slot hopen de commentatoren ook op een stunt van Wilco Kelderman. “Hoe mooi zou het zijn als hij nog één keer boven zichzelf uitstijgt?”, droomt Kroon hardop. In de sprints zijn er met Olav Kooij en Casper van Uden ook volop Nederlandse kansen. “Kooij neemt Van Aert mee. Ze gaan het opnemen tegen Groves, Magnier… elke sprint wordt spannend.”
Met een boeiend deelnemersveld, een aantrekkelijk parcours en volop Nederlandse inbreng belooft de Giro van 2025 een ronde te worden om van te smullen. Vanbelleghem zegt het zoals het is: “Iedere dag is het wel een boeiende dag voor Nederland.”