Jeroen de Pauw
Marc Hirschi was in 2020 misschien wel de revelatie van het seizoen. Hij schitterde voor Team DSM in de Tour en won er zelfs een etappe. Hij won ook de Waalse Pijl. Er leek hem een gouden toekomst te wachten. Hij verkaste na een bizarre transfersaga naar UAE Team Emirates, maar daar liep het voor geen meter en Hirschi deemsterde weg.
In 2021 kwam de Zwitser niet verder dan een etappezege in de Ronde van Limburg. Dit seizoen begon goed, met winst in zijn allereerste wedstrijd. Hij won in Italië de Per Sempre Alfredo en nadien zette hij heel wat knappe top tien-noteringen neer in onder andere de GP Industria, de Gran Premio Miguel Indurain, de Amstel Gold Race en Luik-Bastenaken-Luik. Het zijn nog niet die absolute topprestaties die van Hirschi verwacht werden, maar er is beterschap in het verschiet.
Hij won op 20 maart niet alleen zijn allereerste koers dit seizoen, hij won op 16 oktober ook zijn allerlaatste wedstrijd: de Veneto Classic, opnieuw in Italië. Hij is daarmee de enige renner van het ganse profpeloton die zowel zijn eerste als laatste wedstrijd van het jaar weet te winnen. We zijn benieuwd of de Zwitser die lijn doortrekt in 2023 en vooral of hij dat stapje hogerop kan zetten en weer kan aanknopen met zeges in klassiekers.
LEES OOK: Museeuw uit grote zorgen rond Pogacar: “Dat kan hem volledig breken”
