Wat kan er in hemelsnaam nog gedaan worden om Tadej Pogacar te verslaan? Het is een vraag die zowat de hele wielerwereld zich stelt. Ook Johan Bruyneel breekt er het hoofd over. In de podcast THEMOVE, samen met Lance Armstrong en George Hincapie, zochten ze naar manieren waarop Remco Evenepoel in de toekomst het verschil zou kunnen maken.
LEES OOK: Bruyneel gaat over de schreef: "Hij is de domste renner die ik ooit zag"
“De grootste tegenstander van Pogacar is Pogacar zelf”Johan Bruyneel ging vervolgens dieper in op de tactische puzzel. “Ik denk gewoon luidop na,” begon de ex-ploegleider van onder meer Armstrong. “Ik heb altijd gezegd dat de grootste tegenstander van een Pogacar in topvorm Pogacar zelf is. Zeker in koersen van 250 kilometer is het aangewezen om hem snel te isoleren, zodat hij vroeg moet aanvallen.”
Het plan klinkt simpel: Pogacar dwingen tot overmoed. “Als je hem vroeg laat gaan, moet je erachter zorgen dat het samenblijft. Hopelijk heeft hij dan te veel vertrouwen, en raakt hij zonder energie in de finale. Dat is de enige manier waarop het misschien kan lukken.”
“Hij heeft geleerd om zichzelf niet meer op te blazen”
Alleen, Pogacar lijkt zelf ook lessen te trekken. “Hij heeft tegenwoordig die oefening onder controle,” vervolgt Bruyneel. “Hij gaat niet meer tot op de limiet. Hij neemt een minuut voorsprong en houdt dat verschil gewoon vast. Hij rijdt slimmer, beheerster. Daarom houdt hij iedereen op afstand.”
Een tegenaanval organiseren met meerdere renners lijkt dus de enige optie. “Je kunt het proberen met verschillende aanvallers, maar het probleem is: hij is zoveel sterker dan de tweede beste renner,” zegt Bruyneel.
En wie die tweede beste is? Dat laat de Belg in het midden. “Iedereen denkt dan aan Evenepoel, maar je kunt er zelfs over discussiëren of dat in sommige koersen niet zijn ploegmaat is – in de persoon van Isaac Del Toro. Het is niet gemakkelijk om strategieën te bedenken tegen iemand die simpelweg beter is.”