Demi Vollering greep in Kigali naast de wereldtitel tijdrijden en moest genoegen nemen met brons. De Nederlandse was na afloop zichtbaar teleurgesteld en sprak over haar slechte gevoel tijdens de race. Wieleranalist Roxane Knetemann ziet in die uitleg echter een patroon dat volgens haar niet altijd nodig is.
LEES OOK: Oppermachtige Reusser schenkt zichzelf wereldtitel tijdrijden
Vollering teleurgesteld ondanks podiumVollering had na haar aankomst moeite om haar derde plaats te plaatsen. “Ik dacht echt dat ik twintigste was geworden”, vertelde ze na de finish. “Ik voelde me zó slecht onderweg. Dat dit uiteindelijk nog een podiumplek oplevert, geloofde ik amper.”
Een duidelijke verklaring voor dat mindere gevoel had ze niet. De omstandigheden in Kigali waren zwaar, met hitte en hoogte, maar daar had ze zich naar eigen zeggen goed op voorbereid. Toch hintte Vollering opnieuw op lichamelijke ongemakken, zoals ze in eerdere koersen ook wel eens heeft gedaan. “Je hebt als vrouw ook te maken met je cyclus. Misschien vocht mijn lichaam daartegen.”
Doorzettingsvermogen geprezen
Knetemann begrijpt de teleurstelling, maar benadrukt ook de prestatie. “Ze kwam voor meer dan een bronzen plak, dat is duidelijk. Maar vergeet niet: het eerste deel reed ze daverend, en ook al zakte ze daarna wat weg, ze rijdt zich wel gewoon op het podium. Dat vind ik echt knap.”
Toch ziet Knetemann een patroon in de woorden van Vollering. “In de Tour hoorde je haar al zeggen dat een concurrent ‘te dun’ was in haar ogen, en nu gaat het weer over lichamelijke ongemakken. Ik snap dat het vervelend kan zijn, maar soms is het gewoon de vorm van de dag. Dat hoeft niet altijd een verklaring te hebben.”
Kritische noot van Knetemann
De oud-renster denkt dat Vollering misschien baat kan hebben bij een meer pragmatische aanpak. “Als je echt zo veel hinder hebt van je cyclus, kijk dan met een arts of je er iets aan kunt doen. Het zou zonde zijn als je telkens gehinderd wordt op momenten dat je juist wilt pieken. Maar misschien is het ook gewoon een dag waarop je benen niet mee willen, en dat hoort ook bij topsport.”
Knetemann besluit met een positieve blik richting de wegwedstrijd. “Ze reed voor mij een dijk van een tijdrit en streed tot het einde. Punt. Zaterdag krijgt ze opnieuw een kans.”