Een lange, saaie overgangsetappe? Niet als het aan Jonas Rickaert en Mathieu van der Poel ligt. De negende rit van deze Tour de France kreeg plots een heroïsch tintje toen het Alpecin-duo vanaf kilometer nul vol de aanval koos. De ex-wereldkampioen strandde pas in de slotkilometer, terwijl Rickaert werd beloond met de Prijs van de Strijdlust. In de podcast In de Waaier blikken Thijs Zonneveld en Jip van den Bos met bewondering terug op het duo in de aanval.
LEES OOK: Screenshot onthult masterplan: Van der Poel voorspelde stunt
Prijs van de Strijdlust als ultieme beloningHet was Rickaert die als eerste zijn neus aan het venster stak, maar al snel kreeg hij gezelschap van niemand minder dan zijn kopman. “Kun je je voorstellen dat Rickaert aan de startlijn grapt dat hij ooit eens op het Tourpodium wil staan?” vraagt Zonneveld zich af. “Te zwaar voor de bollentrui, geen sprint, geen berg: hoe kom je daar dan? Ja, met de Prijs van de Strijdlust dus. En toen sloot Van der Poel zich ook nog eens aan.”
Dat Mathieu van der Poel instapte in dit avontuur was zowel een zegen als een kleine vloek, merkt Jip van den Bos met een knipoog op. “Ik denk dat Rickaert blij was, maar ergens ook dacht: verdomme, dit wordt nu wel een dag lang beuken.” Het duo reed meer dan 180 kilometer vooruit en hield het peloton tot vlak voor het einde in het ongewisse.
Van der Poel als motor, Rickaert als held
Hoewel Van der Poel het leeuwendeel van het werk deed in het tweede koersgedeelte, was het Rickaert die op het podium mocht verschijnen. Terecht, vinden Zonneveld en Van den Bos. “Hij zat zó naar de vaantjes op het wiel van Van der Poel, hij kon amper nog beurten doen. En toch bleef hij zich geven. Dit is zo’n renner waar je als ploeg op kunt bouwen.”
De Prijs van de Strijdlust werd niet toevallig aan Rickaert toegekend, vermoedt Zonneveld. “Honderd procent dat er contact is geweest met de organisatie. Normaal geven ze hem altijd aan Van der Poel, maar dit keer terecht niet. Dit was Rickaerts dag.”