Kevin De Jonghe
We staan vlakbij de start van de Tour de France, met zaterdag in Lille ook heel wat Belgen aan de start. Daar zorgt uiteraard ook de Lotto-ploeg voor, zij trekken met drie speerpunten richting Frankrijk. Al zijn er bij Lennert Van Eetvelt – de man voor het klassement – wel flink wat twijfels ontstaan.
LEES OOK: Onthult! Dit is het nieuwe shirt van Remco Evenepoel & co
Zondag al stoppen?Zo kwam Van Eetvelt afgelopen zondag immers ten val in de wegrit van het Belgisch kampioenschap. En dat heeft voor averij gezorgd. “Ik heb toch wat last in mijn rug. Gelukkig heb ik geen diepe schaafwonden, het zijn eerder de spieren die wat stijf zijn door de impact”, klinkt het.
“Nu begint het stilaan te beteren, hopelijk is het tegen dit weekend nog beter”, laat Van Eetvelt hoopvol optekenen, om vervolgens – al dan niet met een kwinkslag – voor een verbazende uitspraak te zorgen. “Starten doe ik sowieso, maar misschien stop ik zondag al.”
Frustrerend is het sowieso voor de man van Lotto. “Je gaat een maand op hoogtestage voor de Tour, om vijf procent te winnen. En dan val je, en ben je weer tien procent kwijt. Dat is klote. Ik hoop dat het al bij al mee gaat vallen.”
Klassement is het doel
Een reactie die toch flink wat wenkbrauwen deed fronsen op de persconferentie van Lotto op woensdag. Indien de problemen van de baan geraken is het alvast de bedoeling voor Van Eetvelt om een goed klassement te beogen, zo wist Het Nieuwsblad te noteren. “Eigenlijk wilde ik altijd eerst een goed klassement rijden in een andere grote ronde.”
“Maar vorig jaar is de Vuelta door omstandigheden in het water gevallen (daar moest hij opgeven, nvdr). Dit jaar heb ik nog niet laten zien wat ik wilde laten zien om echt voor een klassement te gaan, maar ja… met de manier waarop er momenteel gekoerst wordt, weet ik niet wat ik anders zou kunnen doen.”
Want volgens Van Eetvelt liggen zijn grootste mogelijkheden toch in het behalen van een klassement. Ik zou niet graag starten met het idee om het in de eerste dagen te laten lopen, want de kans dat ik vanuit de vlucht een rit kan winnen, lijkt me klein. Dan zou ik liever voor het klassement gaan. Kom ik mezelf tegen, so be it.”
