Demi Vollering behoort tot de absolute wereldtop in het vrouwenwielrennen. Ze is sterk, ambitieus en wint veel. En toch krijgt ze – opvallend genoeg – zelden onverdeelde steun, zelfs niet in eigen land. De Nederlandse kampioene is volgens velen ‘te uitgesproken’, en dat botst met de nuchtere mentaliteit van het Nederlandse wielerpubliek.
In België heeft Vollering sinds haar veelbesproken tandem met Lotte Kopecky bij SD Worx-Protime al een reputatie opgebouwd. Maar ook na haar transfer naar FDJ-Suez blijft het rommelen. In Nederland is het beeld niet heel anders: bewondering voor haar prestaties, maar tegelijkertijd een duidelijke afstand tussen Vollering en het grote publiek.
“Ze blaast iets te hoog van de toren”
Roxane Knetemann – zelf oud-renster en dochter van wielerlegende Gerrie – verwoordt het in de zomerspecial van Helden kraakhelder. “Demi is in het buitenland megageliefd, maar Nederlanders vinden dat ze iets te hoog van de toren blaast. Dat past niet bij onze ‘doe maar normaal’-mentaliteit,” aldus Knetemann. Die uitgesproken houding zorgt ervoor dat Vollering sneller kritiek krijgt dan lof.
Zelfs wanneer ze wint, overheerst bij veel landgenoten de neiging om haar prestaties te relativeren. “Als ze niet won terwijl ze topfavoriet was, kreeg ze dat stevig te verduren. Maar ook als ze wel won, dan gingen we haar prestatie meteen downgraden. Blijkbaar werkt onze maatschappij inmiddels zo,” stelt Knetemann vast.
Ambitie versus sympathie
Het spanningsveld tussen prestatie en populariteit is niet nieuw in het Nederlandse wielrennen, maar bij Vollering lijkt het scherper te liggen dan bij andere toppers. Ze is geen allemansvriend, maar wel een killer op de fiets. En dat schuurt. Vooral in een land waar topprestaties vaak gewaardeerd worden, zolang ze maar gepaard gaan met bescheidenheid en zelfrelativering.
Vollering zelf lijkt zich weinig aan te trekken van het gebrek aan publieke affectie. Ze koos haar eigen pad, vertrok bij SD Worx, en richt zich op haar eigen ambities. Toch blijft de vraag: moet een topsporter geliefd zijn, of is winnen genoeg?
Voor nu lijkt Vollering daar zelf het antwoord al op te geven. Ze wint. Steeds weer. Of het nu met of zonder applaus is.