In Brasschaat blijven komende vrijdag alle scholen dicht vanwege het Belgisch kampioenschap tijdrijden. De lokale N-VA-bestuurders kozen ervoor om de scholen een extra vrije dag te geven, omdat het gemeentelijke centrum moeilijk bereikbaar zou zijn door het evenement. Vlaams minister van Onderwijs Zuhal Demir (eveneens N-VA) is niet te spreken over de beslissing van haar partijgenoten en noemt het “foute prioriteiten”.
Door de organisatie van het BK tijdrijden wordt het verkeer in Brasschaat vrijdag zwaar beperkt. Volgens schepen van Onderwijs Inez Ven (N-VA) was het praktisch onmogelijk om de 10.000 leerlingen veilig op school te krijgen. “Onze burgemeester Jan Jambon heeft jaren geleden al geijverd om dit kampioenschap naar Brasschaat te halen, precies 100 jaar na de vorige editie hier. Jammer genoeg konden we de datum niet zelf bepalen,” aldus Ven.
Onderwijs vervroegd ten einde
Vooral het secundair onderwijs ziet hierdoor het schooljaar al eindigen op donderdag. Sommige scholen voorzien enkel nog digitale afsluitingen via Smartschool of beperken zich maandag tot de inschrijvingen van nieuwe leerlingen. Daarmee botst de lokale beslissing rechtstreeks op de richtlijn van de Vlaamse regering, die de aanwezigheid van leerlingen tot maandag 30 juni als verplicht blijft zien.
Minister Demir reageert scherp op de keuze van Brasschaat. “Als scholen moeten wijken voor de koers, hebben we een mentaliteitsprobleem in de samenleving,” zegt ze aan VRT NWS. “Dit zijn foute prioriteiten en dat moeten we veranderen: onderwijs eerst.” Volgens Demir ondermijnt deze beslissing het signaal dat de regering net wilde geven met de verlengde schoolkalender.
Beslissing al maanden genomen
De gemeenteraad van Brasschaat nam de beslissing om de scholen op 27 juni te sluiten al op 22 november vorig jaar. Opvallend is dat minister Demir haar standpunt over het verplichte lesjaar tot 30 juni al op 7 november publiek maakte. De schepen van Onderwijs benadrukt dat er op lokaal niveau overleg is geweest met de scholen, maar volgens Demir verandert dat niets aan het feit dat onderwijs niet zou mogen wijken voor sportevenementen.
De discussie legt een opvallend meningsverschil bloot binnen de N-VA. Waar het gemeentebestuur inzet op het belang van het wielerevenement voor Brasschaat, stelt Demir onomwonden dat het belang van onderwijs zwaarder moet wegen. De timing – zo vlak voor de zomervakantie – maakt de kwestie extra gevoelig, zeker met het oog op de recente inspanningen om het schooljaar te verlengen en zo het leerverlies bij leerlingen terug te dringen.