Terwijl de renners zich in de Dauphiné opmaken voor de laatste rechte lijn richting Tour de France, kijkt een heel wielerminnend land al reikhalzend uit naar de prestaties van Wout van Aert. De Belg kende een wisselvallige start van zijn seizoen, maar boekte in de Giro d’Italia toch nog een knappe ritzege. De hamvraag: hoe goed zal hij straks zijn in Frankrijk?
Volgens analisten José De Cauwer en Jan Bakelants is één ritzege voldoende om te spreken van een geslaagde Tour. Maar net daarin schuilt de druk: Van Aert heeft zichzelf in het verleden verwend met grootse prestaties — en België dus ook.
Moeizame start, maar stijgende lijn in de Giro
Van Aert begon in de Giro met twijfels en onzekerheid na zijn zware valpartij in Dwars door Vlaanderen. Maar koers na koers kwam hij beter in zijn ritme. Uiteindelijk won hij een lastige etappe en speelde hij een beslissende rol in het teamwerk dat Olav Kooij twee ritzeges en Simon Yates de roze trui opleverde.
Toch wordt het lastig om in te schatten hoe hij straks aan de Tour verschijnt. Behalve het Belgisch kampioenschap rijdt hij in de tussentijd geen enkele koers meer. En de concurrentie in Frankrijk zal moordend zijn — zeker in het sprintersgild, waar Milan, Philipsen, Merlier en co allemaal hun zinnen zetten op dagsucces.
De lat ligt hoog. Of net niet?
Toch pleit José De Cauwer in de Tourspecial van Procycling voor realisme. “Met één ritwinst is het al fantastisch. Wout heeft ons eerder ferm verwend met die straffe drie op een rij in 2021: bergetappe, tijdrit en massasprint.”
Ook Jan Bakelants sluit zich daarbij aan. “De Tour is geslaagd wanneer Wout minstens één etappe wint, de Tour is een beetje een flop wanneer hij geen rit wint,” klinkt het streng maar duidelijk. “Ik wil graag José citeren met een quote: ‘Win maar eens een Touretappe.’”