De wielerwereld heeft jarenlang gesmuld van het duel tussen Mathieu van der Poel en Wout van Aert. Twee rivalen die elkaar tot het uiterste dreven, in modder en op asfalt. Maar volgens Michel Wuyts, analist en commentator, is het vuur tussen beiden wat gedoofd. En dat is volgens hem niet zo vreemd. De verschillen tussen beide kampioenen zijn de voorbije seizoenen scherper geworden, zeker na de valpartijen die Van Aerts voorbereiding en ritme meermaals verstoorden.
Van Aerts meesterstuk wordt vergeten
Toch is er één terrein waar Van Aert volgens Wuyts zijn rivaal ver vooruit is: de Tour de France. “Wat Van Aert in 2022 liet zien, zat dicht tegen het onmogelijke aan,” blikt hij terug. Drie ritzeges, een groene trui en als extra toetje cruciale steun bergop voor eindwinnaar Jonas Vingegaard,"Daarmee blaast hij Van Der Poel weg".
“Hij reed elke dag in de aanval, je zou hem bijna gesmeekt hebben om eens een dag niks te doen,” lacht Wuyts. Daarmee raakt hij een gevoelige snaar: het publiek vergeet soms te snel de grootsheid van zo’n prestatie. “We leven te veel in het moment,” zegt hij. “Het journaille oordeelt te snel, zonder voldoende nuance.”
Onvergelijkbare grootheid
Toch betekent dat niet dat Van der Poel moet onderdoen. Integendeel. Waar Van Aert een klassement en werkethiek combineert, kiest Van der Poel voor pieken in absolute topvorm — en dat in meerdere disciplines. “Zijn polyvalentie is ongeëvenaard,” stelt Wuyts. “Cyclocross, mountainbike, weg, gravel — op elk terrein is hij de beste gebleken.”
In zijn ogen staat Van der Poel nu al tussen de allergrootsten. “Een renner die zo multidisciplinair is, hoort thuis in de top-3 aller tijden.” Daarmee onderstreept hij niet alleen Van der Poels status, maar ook de unieke aard van zijn palmares.
Het duel Van Aert–Van der Poel mag dan misschien aan kracht hebben ingeboet, hun erfenis is nog lang niet geschreven. Alleen wordt ze, zoals zo vaak in de sport, pas écht naar waarde geschat met de tijd.