Kevin De Jonghe
Nog maar pas zijn wederoptreden gemaakt, maar toch stoomde Wout van Aert afgelopen weekend al als vanouds door richting een dubbele crossoverwinning. Zowel in Gullegem als Dendermonde – waar hij zelfs absoluut domineerde – toonde hij zich de sterkste.
LEES OOK: Tourhelden watertanden bij Van Aert: "Mathieu herinneren we ons al niet meer"
Blessures blijven werkpuntEn zo kunnen we dus concluderen dat het bijzonder goed gaat met de Kempenaar. Alles verloopt dan ook positief, al blijft het toch nog steeds werken aan zijn blessures. Zo wist Van Aert zelf te vertellen na de wedstrijd in Dendermonde. Zijn knie baart nog steeds de nodige zorgen.
“In de tweede helft van de wedstrijd begon ik wel wat last te ondervinden van mijn rechterbeen maar al bij al heb ik het goed volgehouden. Ik voelde dus wel iets maar niet in de mate dat het mij afremde, laat dat duidelijk zijn”, benadrukte hij wel dat het zeker niet penibel meer is.
Maar Van Aert blijft wel last ondervinden, zelfs van zijn blessures opgelopen in Dwars door Vlaanderen: “Ik voel mijn knie trouwens nog elke dag, en zelfs mijn rug en ribben van die val in maart. Die lichaamsdelen vragen nog elke dag aandacht, dus ben ik enorm blij dat mijn lijf zo’n moddercross al aan kan, want tot aan de enkels door het slijk klauteren, is echt een aanslag op het lichaam.”
Vertrouwen is terug
Uiteraard valt de algehele conclusie dan wel positief uit. “Als ik het dan een uur kan volhouden, dan wil dat zeggen dat ik de voorbije maanden goed werk heb geleverd. Ik kon de voorbije maand al goed focussen op mijn fietstraining. Het harde werk bij de fysiotherapeut heeft ervoor gezorgd dat ik terug een lichaam heb waar ik op kan rekenen.”
Zeker als je dan al meteen twee keer kan winnen, al was dat volgens Van Aert zelfs geen must: “Voor het vertrouwen heb ik deze zeges niet nodig. Was ik begonnen met een tiende plaats in Loenhout en een vijfde plaats ergens dit weekend, dan had ik daar ook heel veel vertrouwen uit kunnen puren. Deze prestaties geven wel moed om hard verder te werken voor wat nog komen gaat.”
