Mathieu van der Poel heeft donderdag zijn vierde zege van het veldritseizoen behaald in Loenhout. De wereldkampioen reed al in de eerste ronde weg van zijn concurrenten, maar kreeg later gezelschap van Laurens Sweeck. Uiteindelijk wist de renner van Alpecin-Deceuninck toch relatief eenvoudig te winnen. Na afloop gaf hij aan dat de wedstrijd hem zwaar viel: “Het was moeilijk om het verschil te maken.”
Vroege aanval en technische problemen
Van der Poel kende een sterke start en reed al in de eerste ronde weg van onder andere Wout van Aert. De voorsprong leek zich snel uit te bouwen, maar een gebroken zadel gooide roet in het eten. Hierdoor moest hij van fiets wisselen, wat Sweeck de kans gaf om terug te komen. “Sweeck reed sterk, maar ik liet hem niet echt terugkeren. Het was vooral zaak om mijn eigen tempo te blijven rijden. Daarna kon ik opnieuw een gat slaan.”
Uitdagend parcours
Hoewel de overwinning uiteindelijk veilig werd gesteld, benadrukte Van der Poel dat het geen eenvoudige wedstrijd was. “Het parcours maakt het lastig om echt veel sneller te rijden dan je tegenstanders. Je loopt het risico om fouten te maken als je te hard pusht. Dat maakt het uitdagend, maar ook leuk om te rijden”, aldus de wereldkampioen.
Weer en vermoeidheid als factoren
De kou speelde ook een rol tijdens de wedstrijd. “Voor het eerst had ik last van koude handen, en dat was zeker niet ideaal”, gaf Van der Poel toe. Daarnaast voelde hij de inspanningen van de zware cross in Gavere, die een dag eerder plaatsvond. “Dit was echt de zwaarste cross tot nu toe. Het was zwaar, maar dat maakt de overwinning alleen maar mooier.”