Mats Buelinckx
De deelname van Remco Evenepoel aan de Giro d'Italia dit jaar wordt door heel de wielerwereld met argusogen gevolgd. De verwachtingen zijn hoog, zeker na zijn eindzege in de Vuelta vorige zomer. In 2024 moet de wereldkampioen dan weer meestrijden voor de overwinning in de Tour de France.
Maar er zal eerst nog stevig aan de ploeg gebouwd moeten worden vooraleer Evenepoel (23) een gooi kan doen naar de eindzege in de Ronde van Frankrijk. Klaas Lodewyck, ploegleider bij Soudal-Quick Step, denkt dat ook te weten wat de Belgische formatie nodig heeft om de 'aerokogel van Schepdaal' naar de overwinning te loodsen. Het aantrekken van klimmers Jan Hirt en Fausto Masnada was al een goed begin, maar nog niet genoeg.
“We hebben een goede transfer gedaan met Jan Hirt, die zal starten in de Giro. Maar er moet zeker nog wat versterking bij voor bergop”, vertelt Lodewyck bij Sporza Koers. “We hebben nood aan iemand die bergop echt op kop kan rijden, als ze maar met zeven à acht renners overblijven, zoals een Laurens De Plus bij INEOS Grenadiers. Er zijn er nog die dat kunnen, maar duur van contract en de prijs spelen hierin een grote rol. De transfer die we doen, mag geen gok zijn. Dat moet er boenk op zijn.”
Het was volgens Lodewyck dus een goed plan om Evenepoel dit jaar naar de Giro te sturen, zodat Quick Step nog tijd genoeg heeft om verder te bouwen. "We hebben nu de tijd om het juiste profiel te zoeken. Hopelijk lukt dat. Je moet iemand vinden met de juiste ingesteldheid. Niet iemand die denkt dat hij bij ons nog enkele jaren zijn zakken gaat vullen. Daar zijn we niks mee."
