Wout van Aert is deze week terug begonnen met trainen, na zo’n maandje volledig in rust te hebben gezeten. Hij bouwt nu rustig op richting zijn intrede in het veld, die mag eind november-begin december worden verwacht. Maar trekt Van Aert volgende zomer ook naar de Tour?
LEES OOK: Baas van Van Aert ziet specifieke kansen voor Belg in Tour
Niet rijkelijk bedeeldDat is toch een pertinente vraag na afgelopen donderdag. Het parcours van de Tour de France van 2026 werd voorgesteld, en wat daarbij meteen opvalt: weinig kansen voor de klassieke types/puncheurs. Het is voornamelijk klimmen dat de klok slaat, met daarnaast ook enkele zuivere sprintkansen.
De vraag is dus: heeft Van Aert straks wel wat te zoeken in Frankrijk? Richard Plugge, CEO bij Visma-Lease a Bike, houdt alle scenario’s – logischerwijs – nog open: “Wout is gewoon heel allround, dus in principe heeft hij overal kansen”, leek hij Van Aert meteen wat warm te proberen maken.
Zo werd ook de slotrit naar Montmartre genoemd, de plaats waar de Kempenaar afgelopen zomer een iconische zege boekte. “Dat biedt ook opnieuw kansen”, aldus Plugge. Maar dat is dan toch één van de weinige kansen. Op papier lijken er immers amper 3 of 4 mogelijkheden te liggen voor mannen als Van Aert.

Jaartje overslaan
Iets dat Plugge ook wel meteen zal hebben beseft: “We gaan het de komende weken overleggen: wil Wout zelf wel gaan?”, concludeerde hij. Het valt te bedenken dat onze landgenoot niet bepaald zal staan springen om volgende zomer naar de Tour te trekken.
Normaliter zou Van Aert de Tour vorig jaar al eens hebben overgeslagen, maar door een groot deel van het voorjaar te missen (valpartij Dwars door Vlaanderen, nvdr), was er alsnog een deelname aan La Grande Boucle. Afgelopen zomer was het parcours dan weer bijzonder uitnodigend.
Dat lijkt dus voor 2026 een heel pak minder het geval te zijn. Op het parcours van de Giro d’Italia en Vuelta Espana is het nog even wachten, maar de kans dat Van Aert eerder voor (één van) die wedstrijden zal kiezen, lijkt op dit moment alvast plausibel.
Kevin De Jonghe