Jarno Widar had grote plannen voor het WK bij de beloften. De Belgische ploeg werkte zich stuk voor hun kopman, maar in de finale kwam hij er niet meer aan te pas. De negentienjarige renner, die speciaal nog een jaar extra bij de beloften bleef om deze titel te grijpen, finishte pas als 34e. “Ik kan me alleen maar excuseren bij mijn ploegmaats,” klonk het eerlijk.
Vooraf waren er al twijfels: Widar miste de tijdrit door een bilblessure en kampte met stress. Toch had niemand verwacht dat hij zo zou wegvallen. “Ik kreeg krampen en kon er niets aan doen,” vertelde hij na afloop. “Ik heb mijn best gedaan, maar er waren andere renners beter.”
LEES OOK: Belgische ploeg reflecteert op tegenvallend WK
Groot in nederlaagDe eerlijkheid typeert de jonge Belg. Geen uitvluchten, geen verwijten. “Ik ga geen excuses zoeken. Ik miste mijn doel, dat is klote voor mij en ook voor de ploeg die de hele dag op kop reed.” Het contrast met eerdere koersen was groot: vaak stond hij boven de concurrentie, maar nu was het andersom.
Widar bleef openhartig: “Ik was niet in orde. Als de kopman niet goed is, kan de ploeg er niets aan doen. Zij hebben alles gegeven, het lag volledig aan mij.”
Vooruitkijken naar EK
Ondanks de ontgoocheling probeerde hij al vooruit te kijken. “Deze nacht zal ik slecht slapen, maar morgen moet ik de knop omdraaien richting het EK.” De vraag of hij daar kans maakt op de titel, beantwoordde hij droog: “Dan zal ik betere benen moeten hebben als ik de rest vandaag zag rijden.”
Het WK werd niet de wedstrijd van Widar. Maar in zijn nederlaag toonde hij zich groots: zonder excuses, met respect voor zijn ploeg, en met de blik al weer gericht op de volgende kans.