Vrijdag staat in Kigali het wereldkampioenschap wielrennen voor beloften op het programma. Een koers die zich afspeelt op een heuvelachtig lokaal circuit van zo'n 165 kilometer, met per ronde twee venijnige klimmetjes, waaronder een kasseienstrook die de benen extra zal doen branden. België kijkt reikhalzend uit naar deze dag, want met Jarno Widar heeft het eindelijk eens een uitgesproken topfavoriet voor de regenboogtrui. Maar er is ook een schaduw: de bilspierblessure waar de jonge klimmer mee kampt.
LEES OOK: Mokerslag voor België! Landgenoot zegt af voor WK tijdrijden
België rekent op WidarHet is een unicum dat België met zo’n uitgesproken kandidaat aan de start staat. Nooit eerder wist een Belgisch belofte de wereldtitel te grijpen, niet in de laatste plaats omdat Remco Evenepoel destijds direct naar de profs doorstroomde. Nu rust alle hoop op de 19-jarige Widar, die met overwinningen in de Ronde de l’Isard, de Giro della Valle d’Aosta én een ritzege in de Giro d’Italia al bewees dat hij klaar is voor het allerhoogste. Voeg daar nog de tweede plaats in de Ronde van de Toekomst aan toe, en je begrijpt waarom heel België hem vrijdag als de man van de koers ziet.
De vraag is enkel: hoe zwaar weegt die bilspierblessure? Het forfait voor het WK tijdrijden was daar al een eerste signaal van. Bondscoach en ploeggenoten doen er luchtig over, maar iedereen weet dat Kigali niets vergeeft. Op 1.500 meter hoogte moet je fris zijn, elke remming in de voorbereiding kan fataal zijn. Widar zal dus alles uit zijn jonge lijf moeten persen om geschiedenis te schrijven.
Spaanse armada kan met nummers spelen
Als Widar het laat liggen, dan ligt de weg naar goud waarschijnlijk open voor Spanje. Niet omdat ze één absolute kopman hebben, maar wel omdat ze met drie ijzersterke klimmers aan de start staan. Adrià Pericas is de meest consistente, Pau Martí is wisselvallig maar gevaarlijk, en de piepjonge Héctor Alvárez verkeert in grootse vorm. Dat maakt de Spanjaarden in tactisch opzicht levensgevaarlijk. Waar België alles op Widar zet, kan Spanje aanvallen blijven strooien en de druk opvoeren.
Het is een bekend verhaal in de beloftecategorie: landen die met meerdere kaarten spelen, winnen vaak door pure overmacht. Widar zal dus niet alleen zijn benen, maar ook zijn koersinzicht moeten gebruiken om de Iberische storm te doorstaan.
Italië, Frankrijk en Slovenië loeren mee
Italië reist met vertrouwen af naar Rwanda. Vooral Lorenzo Finn is een naam om te onthouden. De 18-jarige klimmer, vorig jaar al wereldkampioen bij de junioren, lijkt klaar voor het grote werk. Zijn vierde plek in de Ronde van de Toekomst was indrukwekkend, zeker gezien zijn leeftijd. Simone Gualdi vult hem aan als meer klassieke kracht.
Frankrijk heeft Maxime Decomble als troef. Niet de pure klimmer, wel een renner die in de Tour de l’Avenir en Luik-Bastenaken-Luik U23 al bewees mee te kunnen doen met de besten. En dan Slovenië: met Jakob Omrzel brengen zij de winnaar van de Giro U23 én de nationale titelhouder naar Kigali. Een gevaarlijke outsider, al moet hij het opnemen tegen een veld vol gevestigde talenten.
Zuid-Amerika en Afrika: verrassingen mogelijk?
De wielerwereld kijkt met belangstelling naar Matéo Ramírez uit Ecuador. Hij wordt al in één adem genoemd met Carapaz en bewees in de Giro della Valle d’Aosta dat hij met de besten mee omhoog kan. Voor de sprint hoeft niemand bang te zijn, maar bergop kan hij iedereen pijn doen. Ook Eritrea en gastland Rwanda hopen mee te strijden. Namen als Milkias Maekele en Samuel Niyonkuru zullen wellicht tekortkomen voor de wereldtitel, maar in eigen continent kunnen ze voor spektakel zorgen.
De verrassingen kunnen ook uit onverwachte hoek komen. Denk aan de Tsjech Pavel Novák, derde in de Giro U23, of de Hongaar Bálint Feldhoffer, die stilaan een reputatie opbouwt als meest onderschatte klimmer van zijn lichting. Kigali zou zomaar het decor kunnen worden van hun doorbraak.
Alles of niets voor Widar
De wegwedstrijd bij de beloften draait uit op een klassiek duel: de ene grote kopman tegen meerdere collectieven. Widar moet alles en iedereen achter zich houden, Spanje kan met de macht van het getal spelen, en Italië en Slovenië wachten geduldig in de schaduw. Het is de ideale voedingsbodem voor een epische koers. Gaat België eindelijk de vloek doorbreken? Of krijgt Widar toch te veel last van zijn bilspier en is de regenboog opnieuw voor een ander? Vrijdag weten we het.
Favorieten WielerNieuws
**** - Jarno Widar (België)
*** - Adrià Pericas (Spanje), Lorenzo Finn (Italië)
** - Pau Martí (Spanje), Jakob Omrzel (Slovenië), Matéo Ramírez (Ecuador)
* - Maxime Decomble (Frankrijk), Héctor Alvárez (Spanje), Pavel Novák (Tsjechië), Bálint Feldhoffer (Hongarije)