De zevende rit van de Tour de France 2025 is er opnieuw eentje voor de punchers. In 197 kilometer trekken de renners van kuststad Saint-Malo naar de mythische Mûr-de-Bretagne, waar de aankomst exact hetzelfde is als in 2021. Toen kroonde Mathieu van der Poel zich tot koning van de Mûr – met geel én ritwinst. Kan hij dat kunstje herhalen in zijn gele trui, of schreeuwt het parcours om een nieuwe naam?
Op papier oogt het parcours vandaag lang, maar het venijn zit duidelijk in de staart. De eerste 175 kilometer zijn licht golvend, zonder uitgesproken hindernissen. Dat maakt de openingsfase ideaal voor aanvallers die dromen van een lange vlucht. Zeker met het peloton dat zijn krachten spaart voor de dubbele beklimming van de slotklim lijkt de kans reëel dat een sterke groep wat ruimte krijgt.
Lees ook: Touretappe maakt veel los: "Als zelfs Mathieu kraakt..."
De eerste keer Mûr is geen sinecureNa het voorgeborchte – de Côte du village de Mûr-de-Bretagne (1,6 km aan 4,1%) – duikt de Mûr-de-Bretagne voor het eerst op. Twee kilometer klimmen aan gemiddeld 6,9%, met vooral die eerste 1000 meter aan net geen 10% als martelkamer voor de benen. De rit bevat een slotronde van 15 kilometer waarin opnieuw naar de voet van de Mûr wordt gereden, via een klimmetje van 1,3 km aan 6,4%.
Wie bij de eerste passage te diep gaat, betaalt gegarandeerd de rekening bij de tweede. De finale lijkt dus geschreven voor renners met koersintelligentie én punch. Het wegdek is bekend, de weg smal en de finishlijn ligt na een kleine linkse bocht op zo’n 200 meter van het einde. Positionering en timing worden cruciaal.
Favorieten: déjà vu of nieuw geweld?
Van der Poel zal ongetwijfeld gemotiveerd zijn om zijn heroïsche zege uit 2021 te evenaren, maar de Nederlander gaf eerder aan dat zijn vorm per dag wisselt. Bovendien heeft hij in rit zes een dermate zware inspanning moeten leveren om zijn gele trui te heroveren. Mocht hij goed zijn, dan is deze rit op zijn lijf geschreven. Alleen: het is geen geheim meer. Tadej Pogacar zal zich van toen ook iets herinneren. Hij is dit jaar zelfs nog explosiever dan destijds. En dan hebben we Remco Evenepoel, die ook hier weer zijn hardrijdersmotor kan laten spreken richting de voet van de Mûr.
Ook renners als Romain Grégoire, Kévin Vauquelin, Mattias Skjelmose en Julian Alaphilippe moeten aangestipt worden. De Fransen dromen luidop van een nieuwe Vuillermoz (2015). En met Vauquelin die in zijn geboorteweek in topvorm verkeert, lijkt het moment er ook naar. Vanuit de achtergrond kunnen João Almeida en Matteo Jorgenson verrassen, zeker als Pogacar en ook Jonas Vingegaard naar elkaar blijven loeren.
Geen boni op de klim
Let wel: dit jaar zijn er geen bonificatieseconden te verdienen bij de eerste passage over de Mûr-de-Bretagne. Enkel aan de streep liggen de klassieke 10, 6 en 4 seconden klaar voor de eerste drie. Dat maakt de eerste keer wellicht iets minder explosief, maar vergroot de kansen op een allesbeslissend slotgevecht.
Zal het weer Mathieu zijn, met een vinger naar de hemel? Of eist Pogacar zijn plek op in de geschiedenisboeken? Eén ding is zeker: wie op de Mûr wil schitteren, moet zijn benen en hoofd op scherp hebben.
Favorieten WielerNieuws
**** - Tadej Pogacar
*** - Mathieu van der Poel, Jonas Vingegaard
** - Romain Grégoire, Kévin Vauquelin, Julian Alaphilippe
* - Remco Evenepoel, Mattias Skjelmose, Matteo Jorgenson, Joao Almeida