Wout van Aert is al jaren een van de smaakmakers in de Tour de France. Negen etappezeges prijken er inmiddels achter zijn naam. Mathieu van der Poel blijft, ondanks zijn grote status in het wielrennen, steken op één ritzege.
Waar ligt het aan?
Een opvallend verschil, zeker als je ziet hoe dominant Van der Poel in de klassiekers is. Volgens wielerkenner Michel Wuyts is de verklaring eenvoudig: het is een kwestie van instelling.
In de klassiekers heerst Van der Poel. Drie keer won hij de Ronde van Vlaanderen, twee keer Parijs-Roubaix en hij zegevierde ook tweemaal in Milaan-Sanremo. Van Aert, zijn grote rivaal, heeft in die monumenten minder succes geboekt. Alleen Milaan-Sanremo in 2020 staat op zijn erelijst. Maar zodra het peloton in juli in Frankrijk rijdt, draait het beeld. In de Tour heeft Van Aert zich meerdere keren overtroffen.
‘Van Aert blaast Van der Poel weg qua instelling’
Voor Michel Wuyts is het verschil tussen de twee snel verklaard. “De instelling waarmee Van Aert aan de Tour begint zorgt ervoor dat hij Van der Poel op dat vlak wegblaast,” aldus de Belgische commentator. Vooral de Tour van 2022 is hem bijgebleven. “Dat was een van de beste prestaties die ik ooit van een renner heb gezien.”
In die editie pakte Van Aert drie ritzeges, werd hij vier keer tweede, reed dagelijks in de aanval, verzamelde punten voor de groene trui en werkte zich ook nog eens het snot voor de ogen in dienst van zijn kopman Jonas Vingegaard. “Je zou hem bijna gesmeekt hebben: doe eens een dag niks,” blikt Wuyts terug.
Bij Van der Poel is die allesomvattende toewijding er niet, denkt Wuyts. “Ik denk niet dat Van der Poel zin heeft in zo’n onderneming.” Waar Van Aert zich wekenlang helemaal wegcijfert en elke dag kansen zoekt, kiest Van der Poel in de Tour eerder zijn momenten. Met succes in 2021, toen hij het geel pakte na een machtige rit in Mûr-de-Bretagne, maar sindsdien bleef het stil.