Jasper Philipsen heeft in de tweede etappe van de Baloise Belgium Tour eindelijk nog eens kunnen aanknopen met de overwinning. Dat was al geleden van Kuurne-Brussel-Kuurne in het openingsweekend van het klassieke voorjaar. Het was ook pas de tweede zege van Philipsen dit seizoen. Hij verklaart het verminderde succes.
Transitie naar klassiek renner
Zo wordt er al enkele jaren gewerkt aan de klassieke renner in Philipsen, maar naar eigen zeggen werd er deze winter toch nog meer aandacht aan besteed tegenover vorige jaren. Volgens de renner verklaart het dan ook grotendeels waarom hij in de pure massasprints vaker dan hem lief is de duimen moet leggen voor de Merliers van deze wereld.
“Als je kijkt hoeveel sprints dat ik al gereden heb dit jaar... dat zijn er niet veel. Dat is waar de ploeg heen wil met mij. Ze laten mij meer op de klassiekers focussen en ik doe in het begin van het jaar niet echt meer van die typische rittenkoersen voor sprinters”, doet Philipsen zijn verhaal.
Het doet hem inboeten op het pure sprintwerk, is hij duidelijk. “Hoe we nu werken is toch een heel andere insteek. Daardoor offer je wel wat op, natuurlijk. Dat is gewoon heel moeilijk, ik bedoel, het is niet dat ik zo’n multitalent ben als Mathieu van der Poel of Tadej Pogacar die overal kunnen komen winnen.”
Beste voorjaar mislopen door valpartij?
Bovendien – en dat was toch al bijna vergeten – was er ook zijn valpartij in Nokere Koerse. Best een stevige smak. Ploegmakker Jonas Rickaert doet een straffe uitspraak: “Zonder die val had Jasper volgens mij zijn beste voorjaar ooit gereden”, stelde die immers zonder verpinken. Die uitspraak wil Philipsen bij Het Nieuwsblad zelf wel nuanceren.
“Achteraf kan je dat altijd wel zeggen, maar het is moeilijk om te weten of het echt zo zou geweest zijn. Ik weet wel dat ik in héél goeie doen was na een winter waarin ik heel goed gewerkt had.” Al was er wel mogelijk sprake van een hersenschudding: “Ik heb veel last gehad van hoofdpijn de periode na die val in Nokere. Misschien was het een hersenschudding, misschien niet, dat is allemaal niet bevestigd geweest.”
Druk maakt de renner van Alpecin-Deceuninck zich er geenszins over “In het tweede deel van het seizoen ga ik proberen meer sprintkansen te krijgen en er ook meer proberen te benutten. Ik heb inderdaad nog niet zo veel gewonnen als de vorige jaren, maar als ik straks een succesvolle Tour kan rijden maakt me dat niet zo veel meer uit.”