Stan Strubbe
Jonas Vingegaard is terug, en dat hebben ze in Denemarken geweten. Na zijn zware valpartij in Parijs-Nice maakte de kopman van Visma | Lease a Bike zondag zijn comeback in het Critérium du Dauphiné. Met een gewaagde aanval en een krachtige sprint zorgde hij voor opschudding – en brandstof voor debat in zijn thuisland. Dat schrijft onder meer het Deense BT.
LEES OOK: Diefstal? Fikse rel ontspint tussen Visma en Intermarché
“Hij gaat Pogacar verslaan in de tijdrit”De prestatie van Vingegaard in Montluçon kon op bijzonder veel bijval rekenen bij voormalig renner Rolf Sørensen, die in de jaren ’90 furore maakte bij Rabobank. “Ik denk dat hij beter is dan ooit,” zei hij bij BT. Vooral de manier waarop Vingegaard het initiatief nam op het terrein van Pogacar, zonder te wachten op de bergen of de tijdrit, maakte indruk.
Volgens Sørensen staat zijn landgenoot zelfs al op scherp voor de eerste echte test van deze Dauphiné. “Ik denk dat hij Pogacar gaat verslaan in de tijdrit. Het is slechts een gevoel, maar ik zie een ongelooflijk sterke Vingegaard. We hebben spannende momenten in het vooruitzicht.”
Riis blijft voorzichtig
Toch zijn niet alle Deense wielericonen even snel overtuigd. Bjarne Riis, zelf ooit Tourwinnaar en jarenlang ploegleider, tempert de euforie. “Dat is gewoon typisch Rolf,” lacht hij. “Ja, Vingegaard was sterk, maar of hij sterker is dan ooit, dat kun je nu nog niet zeggen.”
Volgens Riis is vooral de vergelijking met Pogacar voorlopig voorbarig. “Pogacar is een compleet ander type renner geworden sinds vorig jaar. Hij heeft zich sterk ontwikkeld. Vingegaard mag dan goed voorbereid zijn, maar één etappe is geen graadmeter.”
De echte test volgt volgens Riis pas in het weekend, wanneer de koers de Alpen in duikt. “Daar zal blijken of Jonas écht terug is. Tot dan: afwachten.”
Tijdrit als graadmeter?
De tijdrit van woensdag wordt dus al voorzichtig bestempeld als eerste serieuze confrontatie tussen Vingegaard en Pogacar – die na zijn monstervoorjaar ook in de Dauphiné rijdt. Vingegaard mikt op die rit als bewijs van zijn wederopstanding, al moet blijken of zijn vorm echt matcht met die van de Sloveen.
Dat zijn terugkeer na maanden revalidatie veelbelovend oogt, daar is iedereen het over eens. Maar of hij werkelijk in topvorm is, zoals Sørensen denkt, of nog opbouwend, zoals Riis vermoedt? De komende dagen zullen het uitwijzen.
