Kevin De Jonghe
We staan aan de rand van een nieuw wielerseizoen, met ook een voorjaar dat er alweer snel zit aan te komen. Daarbij is het weer uitkijken naar de grote klassiekers, de wedstrijden waarin het nu al enkele jaren stroever verloopt voor Soudal Quick-Step.
Jong en oud
Met dan ook nog eens vertrekkers als Julian Alaphilippe en Kasper Asgreen lijkt The Wolfpack niet bepaald dik bezaaid te lopen met jongens die kunnen scoren in het voorjaar. Dat is ergens wel zo, maar ploegleider Tom Steels ziet het toch liever wat positiever in. Volgens hem zijn er nog voldoende wapens aan boord om te kunnen triomferen.
"In de basis hebben we nog altijd een heel sterke, klassieke ploeg. Mannen die klassiekers kunnen winnen worden ook niet ieder jaar geboren. Met Paul Magnier hebben we in de toekomst zeker iemand die dat moet kunnen”, legt hij hun eieren in het mandje van het grote Franse talent.
“Toen ik die voor het eerst op trainingskamp zag wist ik dat die uitzonderlijke kwaliteiten heeft. Daarom heen hebben we jongens die ook finales moeten kunnen rijden zoals Yves Lampaert. Dus de basis er nog altijd”, wordt er toch ook zeker gerekend op de al meer ervaren jongens.
Merlier voor Parijs-Roubaix
Steels belooft bij Wielerrevue dat Soudal Quick-Step competitief zal zijn, en heeft voor Parijs-Roubaix zelfs een verrassende naam in gedachten: die van Tim Merlier. “We zullen het klassieke werk nooit opgeven. In bepaalde klassiekers zal Tim Merlier heel competitief zijn."
"Als de weersomstandigheden goed zijn, bijvoorbeeld de hele dag tegenwind, dan is die wedstrijd een haalbare kaart. Maar je moet eerst eens meespelen in zo'n koers voordat je er zelf van overtuigd bent dat je 'm kunt winnen”, blijft Steels toch ook wel voorzichtig.
Ook het eerste monument van het jaar, Milaan-Sanremo, lijkt wel in het kraam te passen van Merlier. Al is Steels daar minder van overtuigd. “Sanremo is een heel ander verhaal. De Cipressa en de Poggio gaat wel op de limiet zijn voor Tim. Iemand als Philipsen (die vorig jaar won, nvdr) heeft meer klimvermogen.”
