We zitten in de laatste rechte lijn richting Tour de France en daarna volgen ook nog de Olympische Spelen. De WK-wegrit ligt dan ook nog in een verre toekomst, maar uiteraard is bondscoach Sven Vanthourenhout er wel al mee bezig.
WK voor klimmers
Zo is die de wegrit in Zürich immers al eens gaan verkennen. Het belooft een stevige rit te worden, zo zegt Vanthourenhout. “Het wordt lastig”, draait hij niet rond de pot. “Zeker de lokale ronde. Bij het buitenrijden van Zürich heb je al onmiddellijk een vrij steile klim van ongeveer een kilometer.”
“Dan gaat het een beetje bergaf. Waarna heel snel een beklimming van 3,5 kilometer aan 8 tot 9 % gemiddeld volgt. Simpel gesteld: dat is echt klimwerk. De pure klimmers gaan dus zeker in het voordeel zijn.” En dan kan er meteen ook verder worden gekeken naar de favorieten, of juist de mannen voor wie dit te zwaar zal zijn.
Moeilijk voor Van Aert, hapje voor Pogacar
Wat betreft die laatste categorie lijken we onder meer ook bij Wout van Aert uit te komen. “Het wordt op de limiet voor Van Aert”, beseft de bondscoach. “Maar laten we niet vergeten dat Wout in het verleden ook op dit soort parcoursen tot heel veel in staat was.”
“Hetzelfde geldt voor Van der Poel. Dat is een fenomeen dat je elke dag kan verrassen. Ik ga hier niet zeggen dat hij op dit parcours geen wereldkampioen kan worden. Het blijft een eendagskoers op een circuit. Dat doet mij altijd voorzichtig blijven. Zo’n wedstrijd heeft een eigen dynamiek.”
Voor België zal dan ook voornamelijk Remco Evenepoel naar voren worden geschoven, maar Vanthourenhout ziet één grote favoriet op dit parcours: Tadej Pogacar. “Die vindt hier een terrein wat op zijn lijf geschreven is. Zeker als die op zijn élan van de voorbije maanden doorgaat mag je zijn naam helemaal bovenaan de favorietenlijst invullen”, is hij duidelijk.