Zaterdag gaat ‘ie dan eindelijk van start: de 107de editie van de Giro d’Italia. Wat staat ons allemaal te wachten tijdens de openingsetappe?
De eerste van drie grote rondes op de huidige wielerkalender sinds 1995, daarvoor was namelijk de Vuelta a España het eerste meerdaagse werk dat de renners te verwerken kregen, gaat zaterdag van start in de regio Piemonte. Drie weken lang volledig door Italië, dat is de laatste jaren überhaupt al een unicum. Wat gaan we beleven?
De start
Venaria Reale is een niemendal even ten noorden van Torino, waar alles op de eerste dag van de Giro om draait. Het Grande Partenza vindt eigenlijk in die stad plaats, maar om een andere naam in het zonnetje te zetten heeft RCS – de organisator van de Giro – gekozen voor Venaria Reale.
Een kleine vlek op de Italiaanse kaart die desondanks de beschikking heeft over een imposant paleis. Het ‘Reggia di Venaria’ behoorde toe aan Karel Emanuel II van Savoye, de hertog van de gelijknamige streek. Naar verluidt liet de beste man een belangrijke weg vanuit Italië naar Frankrijk aanleggen door de Alpen en werd ook de haven van Nice groter onder zijn bewind.
Het paleis dat door Amedeo di Castellamonte werd ontworpen werd in 1997 door UNESCO uitgeroepen tot werelderfgoed. Het vermoeden dat de regie dit bouwwerk veelvuldig in beeld gaat nemen bij de start van deze rittenkoers is groot.
De aankomst
In de derde eeuw voor Christus ontstond de stad Torino, die rond 28 voor Christus verder ging onder de naam Castra Taurinorum. Het werd een militaire nederzetting voor de Romeinen, de invloeden uit die tijd zijn nog steeds in het stadscentrum te zien.
Na Milaan is Turijn, zoals het in de Nederlandstalige boeken heet, de grootste stad van Noord-Italië. Het is de hoofdstad van Piemonte en van de provincie Torino, dat mag geen verrassing zijn.
Torino kreeg het zwaar te verduren tijdens de economische crisis in de jaren ’80 van de vorige eeuw, maar kwam weer helemaal op de kaart te staan toen in 2006 de Olympische Winterspelen in de stad werden gehouden.
De stad in Piemonte staat bekend als de meest openbaar groene stad van het Land van de Laars. Het helpt daarbij dat de Po door de stad stroomt, maar de stad is vol van prachtige stedelijke en buitenstedelijke parken en omliggende landgoeden.
Op sportief gebied is Torino natuurlijk bekend als thuislocatie van de gelijknamige voetbalclub, maar voornamelijk van de grootste voetbalclub uit de Italiaanse geschiedenis, Juventus. Hoewel de Bianconeri sinds 2020 geen titel meer pakten in de Serie A, waren ze al 36 keer landskampioen.
De route
Hoewel de start en finish van deze eerste rit in de Giro van 2024 hemelsbreed dus slechts enkele kilometers uit elkaar liggen, hebben Mauro Vegni en de zijnen er toch voor gezorgd om 140 kilometer koers tussen Venaria Reale en Torino te voorzien.
Inderdaad, ‘slechts’ 140 kilometer; maar vier van de 21 etappes doorbreken dit jaar de 200 kilometer-grens, waarmee de Giro-organisatie steeds meer luistert naar de wensen van het peloton.
De strijd om de vroege vlucht zou zomaar eens hevig kunnen zijn, want tot aan San Sebastiano da Po, waar na 38 kilometer koers rechtsaf gedraaid wordt, loopt alles ietwat bergaf. Vanaf daar begint het rustig aan omhoog te lopen richting de eerste hindernis van de dag; de eerste meet voor bergpunten ligt getrokken in Berzano di San Pietro.
Nog geen tien kilometer later volgt de eerste sprint voor punten die toebehoren aan de puntentrui – niet aan het Intergiro-klassement overigens, in Moriondo Torinese. Vanaf daar zet men koers richting de buitenwijken van Torino, waar de iconische Superga-beklimming wacht.
In de finale volgt een lus in en rond Turijn, waarbij op het Corso Moncalieri de Intergiro-sprint wacht: deze telt zowel mee voor dat afzonderlijke klassement als voor het puntenklassement. Kort hierna zien we de renners voor het eerst klimmen richting Bivio di San Vito, om dan de aankomst voor het eerst te passeren.
In de finale wacht de Colle Maddalena, een beklimming van tweede categorie; zeven kilometer aan bijna zeven procent met een maximum-strook van elf procent. De laatste zes kilometer zijn zeveneneenhalf gemiddeld, de top ligt op 22 kilometer van de streep.
Na een razende afdaling en derde sprint in Moncalieri volgt de ultieme test richting een tweede keer Bivio di San Vito: twee kilometer aan ongeveer zeven procent gemiddeld klimmen, met razendsnelle afzink richting de eerste ‘Arrivo’ van deze Giro in Turijn. Een rollercoaster als finale valt te verwachten, wie slaat toe?
De favoriet
We kunnen er niet omheen. Het is dat hij geen massaspurter is, anders zouden we iedere dag van deze Giro Tadej Pogacar als de te kloppen man kunnen opvoeren. De Sloveen is gezwicht voor de berg startgeld die Mauro Vegni hem geboden heeft en eindelijk gaat hij ook in de grote rondes proberen af te vinken.
Eens het nieuws bekend werd dat Pogi richting La Corsa Rosa zou komen, werd ook ineens de beklimming naar Bivio di San Vito op de route gelegd. Het is niet gek dat Vegni het liefst zou hebben dat Pogacar 20 dagen (21 kan immers niet) het roze draagt in zijn ronde, aangezien de Sloveense slokop nu eenmaal de meest populaire wielrenner van dit moment is.
De finale is volledig spek naar de bek van Pogacar, alleen de vraag is in hoeverre de kopman van UAE Team Emirates al vroeg in de Giro zijn team en zichzelf gaat uitputten. Aangezien de concurrentie in Italië niet waanzinnig is, zou de Sloveen er ook voor kunnen kiezen de Giro in een soort van spaarmodus te rijden, om zo fris richting de Tour de France te kunnen gaan.
De outsiders
Een blik op de startlijst zorgt ervoor dat we per team en rugnummer een afweging kunnen doen wie Pogacar tegenstand zou moeten bieden. Bij INEOS Grenadiers gelooft men in een trio: Geraint Thomas draagt het rugnummer één en kan met Thymen Arensman en Tobias Foss rekenen op twee namen die ook lang mee moeten kunnen. Winnen is echter een ander verhaal.
Rijdt er bij Astana Qazaqstan Team een potentieel winnaar? Aanvankelijk was dat niet per se het geval, maar met Alexey Lutsenko kwam ineens de definitie van een outsider op de startlijst te staan. Bij BORA-hansgrohe rekent men op Daniel Felipe Martínez, al is ook Max Schachmann een dark horse.
Décathlon AG2R heeft met Ben O’Connor iemand die de explosiviteit mist om echt tot kanshebbers voor de winst gerekend te worden, maar de Australiër gaat voor een podium in de Giro en moet dus op afspraak zijn. EF Education-EasyPost heeft een aantal interessante namen voor dergelijke etappes: Andrea Piccolo, Simon Carr, Esteban Chaves, Mikkel Frølich Honoré en Georg Steinhauser kunnen worden genoemd, maar wie kan echt meedoen voor de zege?
Bij Israel-Premier Tech zou een ouderwetse Michael Woods net als Marco Frigo gevaarlijk kunnen zijn, terwijl Lidl-Trek met Andrea Bagioli een gevaarlijke patriot heeft rondfietsen. Soudal Quick-Step brengt naast Julian Alaphilippe een Belgische naam die zomaar de verrassing van de dag zou kunnen worden: Mauri Vansevenant is een van de renners die absoluut tot het rijtje schaduwfavorieten behoren.
Romain Bardet werd tweede in Luik-Bastenaken-Luik, terwijl Jayco AlUla gokt op Eddie Dunbar, Luke Plapp en Filippo Zana. Cian Uijtdebroeks en Attila Valter nemen de honneurs waar voor Team Visma | Lease A Bike, terwijl ook Damiano Caruso en Antonio Tiberi bij de beteren zouden moeten zijn.
De sterren
Dat zorgt voor de volgende sterrenverdeling:
****
Tadej Pogacar
***
Alexey Lutsenko & Mauri Vansevenant
**
Romain Bardet, Daniel Felipe Martínez & Geraint Thomas
*
Andrea Bagioli, Eddie Dunbar, Antonio Tiberi & Michael Woods
De televisie
De volledige Giro d’Italia is van de eerste tot de laatste kilometer live te volgen via Eurosport en Discovery+. Vanaf 13:30 uur gaat men daar live met het commentaarduo Jeroen Vanbelleghem en Karsten Kroon.
Daarnaast kan men op VTM inschakelen voor de Giro, waar Michel Wuyts en Jan Bakelants het commentaar zullen verzorgen.
Viva il Giro, geniet van de koers!